Wynia’s Week, 9 maart 2024 – Al bijna een kwart eeuw is Frank van Gool van het bedrijf OTTO de meest hardnekkige en meest succesvolle ijveraar voor (meer) arbeidsmigratie naar Nederland. Hij werd er schatrijk mee.Opvallend aan de methode-Van Gool: het openlijk inschakelen van politici. Gert-Jan Segers van de ChristenUnie is Van Gools jongste aanwinst. Maar politici van VVD, CDA en PvdA gingen hem voor. Politieke partijen sponsoren, dat doet Van Gool ook. Wouter Roorda zet het zoeklicht op dit deel van de migratie-lobbycratie.
Iedereen sprak er uiteraard schande van. De man van uitzendbureau OTTO, dat gespecialiseerd is in arbeidsmigranten, die een vraag daarover mocht stellen tijdens het verkiezingsdebat bij SBS6. Dezelfde man die een ton had gestort in de campagnekas van de VVD. Ook bleek zijn bedrijf sponsor van het BNR-radioprogramma van Wilfred Genee, de presentator van het verkiezingsdebat.
Van uitzendbureau naar verhuurder
Hoewel Van Gool nog steeds verbonden is aan OTTO heeft hij inmiddels de bakens verzet. Samen met zijn ex-vrouw Karolina Swoboda runt hij het eveneens in Venray gevestigde KAFRA Housing, dat een samentrekking is van hun beider voornamen. KAFRA werd in 2019 opgericht en groeit sindsdien onstuimig. Het realiseert grootschalige woonlocaties waar het tijdelijke huisvesting biedt aan voornamelijk arbeidsmigranten. Ook andere categorieën migrerende ‘spoedzoekers’ komen in aanmerking, zoals statushouders, studenten en Oekraïners.
Hardnekkige verhalen rond uitbuiting
De koppeling van arbeid en huisvesting is een belangrijke oorzaak van de maatschappelijke weerstand tegen uitzendorganisaties als OTTO. Niet alleen verliezen werknemers hun baan bij ontslag, maar ook het dak boven hun hoofd als ze geen nieuw werk vinden. Voor de commissie-Roemer, die in 2020 onderzocht hoe de positie van arbeidsmigranten in Nederland kan worden verbeterd, was dit aanleiding om aan te bevelen om beide van elkaar los te koppelen.
Huisvesting – of beter: de gebrekkigheid daarvan – leidt ook tot hardnekkige verhalen rond uitbuiting en terugkerende aanvaringen met organisaties als FNV en SP. Dat geldt ook voor OTTO, hoewel het bedrijf volhoudt zich netjes aan de regels te houden. Van Gool stelt destijds met OTTO te zijn begonnen niet alleen om te voorzien in de behoefte aan personeel, maar ook om iets te doen aan de slechte omstandigheden voor arbeidsmigranten.
Tijdelijke woonruimtes
In het verleden verhuurde men aan arbeidsmigranten vaak alleen een bed, waardoor sprake is van logies en er geen huurbescherming geldt of de huurprijzenwet. Hoewel deze praktijk nog veelvuldig voorkomt, is deze in de meer bonafide delen van de markt sterk teruggedrongen. Tegenwoordig bedient men zich daar vooral van tijdelijke huisvesting in woonunits op bedrijventerreinen, dichtbij de werkgevers, of op andere minder gewilde locaties. Het tijdelijke karakter van maximaal tien jaar maakt dat men niet aan de regels voor nieuwbouw is gebonden maar aan die voor bestaande bouw. Ook is het dan gemakkelijker om af te wijken van het bestemmingsplan. Er zijn zelfs subsidies voor het realiseren van tijdelijke woonruimtes.
"Het valt echter moeilijk in te zien waarom er voor arbeidsmigranten op het terrein van huisvesting uitzonderingen moeten gelden, waarvan de politiek toepassing op de rest van de bevolking of zelfs maar op buitenlandse studenten niet wenselijk acht. Arbeidsmigranten vallen qua arbeidsvoorwaarden ook gewoon onder de CAO en de Nederlandse sociale zekerheid en arbeidswetgeving. Waarom dan uitzonderingen toestaan als huurcontracten naar aard van korte duur en tijdelijke huisvesting die valt onder soepeler regels?"
Lees hier verder (origineel bericht)