Volkskrant, 4 mei 2024 – Kijk, had Redouan Dias (41) gezegd, naar het huis van de buren. Een stenen huis, meerdere verdiepingen, strak pleisterwerk dat net lichtpaars geschilderd werd. ‘De vrouw die daar woont is twee keer naar Spanje geweest om te werken’, vertelde Dias – ondanks zijn Spaans aandoende naam een Marokkaan. ‘En kijk eens wat ze al heeft bereikt!’
Zelf woonde hij met zijn vrouw Aicha Mreida (28) in een veel eenvoudiger onderkomen, een schuur bijna, achter een omheining van golfplaten. Een woonkamer met een gebloemde sofa, een keukentje met een kooktoestel en een toilet in de hoek van de binnenplaats, meer was het niet. Op de binnenplaats rende hun zoontje achter een oude autoband aan.
Zo’n huis als dat van de buren, dat was hun droom, bekende Redouan. Hij en zijn vrouw hadden alleen het beton nog maar gestort, al was het maar om die droom iets tastbaars, iets zichtbaars te geven.
Toch was het paar hoopvol gestemd. Ook Aicha was namelijk voor het eerst geselecteerd om te gaan werken in Spanje. Net als duizenden andere Marokkaanse vrouwen zou ze op de finca’s in de Zuid-Spaanse provincie Huelva aardbeien, bessen en frambozen oogsten. Drie, vier, vijf maanden zou ze daar aan het werk zijn.
Gevoelige spagaat
Voor Europa is het een gevoelige spagaat: aan de ene kant de weerzin tegen de komst van grote aantallen arbeidsmigranten, aan de andere kant het nijpende tekort aan werknemers.
Spanje is hierop geen uitzondering, en daar werd jaren geleden al een voorzichtige oplossing bedacht: circulaire migratie. Sinds 2004 worden er seizoenswerkers gecontracteerd in Marokko, om te helpen bij de aardbeienpluk.
Heen en weer
Circulaire migratie wordt op dit moment in Europa met hernieuwde belangstelling bekeken. Zelfs een land als Duitsland, dat van oudsher genoeg had aan migranten uit oostelijke en zuidelijke EU-lidstaten, begint voorzichtig na te denken over heen-en-weermigratie van buiten de Europese Unie. Het sloot in 2020 een eerste akkoord met Georgië over de komst van werknemers in de landbouwsector.
Misbruik
Toch blijkt dat de Spaanse droom in de praktijk niet altijd rooskleurig is. In de Spaanse media is veel te doen geweest om het misbruik dat van de Marokkaanse vrouwen wordt gemaakt, op arbeidsrechtelijk, maar ook op seksueel vlak. ‘Er gebeuren altijd vervelende dingen’, zegt Hajia, voorzichtig. ‘Ik wil daar geen probleem van maken. Als je moeilijk doet, krijg je het jaar erna geen contract meer.’
De Spaanse regering heeft actie ondernomen. In de wet is nu opgenomen dat de seizoenswerkers een zogeheten vast-discontinucontract krijgen: een vast contract, maar voor slechts een deel van het jaar. Ook voor Spanjaarden bestaat die contractvorm. Het idee is dat de Marokkaanse vrouwen zich met zo’n contract in een minder afhankelijke positie bevinden van hun werkgever. ‘Het is afgelopen met het wegwerpmodel’, merkte Joaquín Pérez Rey, staatssecretaris van Werk en Sociale Economie, op.
Lees hier verder (origineel bericht)