We kennen in Nederland verschillende soorten arbeidsmigranten. Denk aan kennismigranten, vakkrachten, seizoensarbeiders en (ongeschoolde) arbeiders. Ook de ‘regeling voor de huisvesting van arbeidsmigranten’, het beleid waarin de huisvesting van deze doelgroep is vastgesteld, maakt onderscheid in type arbeidsmigranten. Dit op basis van verblijfsduur van de tijdelijke arbeider in Nederland.
Short stay, dat is puur tijdelijke huisvesting voor de seizoensarbeiders in de landbouw (tot max 1 jaar), mid-stay is huisvesting voor een verblijf van 1 tot 3 jaar en long stay, dat is voor de vestigers. De naam zegt het al, deze groep wil in Nederland blijven en integreren en moet dus op zoek naar reguliere woonruimte.
Wooncomplexen voldoen niet
Op veel plaatsen worden nu enorme wooncomplexen voor arbeidsmigranten gebouwd, waarbij onder het mom van urgentie allerlei geldende beleidsregels op het gebied van bewonersbelangen, leefomgeving en natuur opzij worden geschoven. En de ambtenaren lijken daarna niet meer goed op te letten, waardoor de exploitanten carte blanche hebben hoe zij de huisvesting vorm gaat geven.
Wat gaat er mis? – het allerbelangrijkste: géén scheiding van bed en brood. De wooncomplexen worden in veel gevallen gerund door de uitzendorganisaties, de werkgever is tevens de verhuurder. Uiteraard is er administratief een scheiding aangebracht, maar in de praktijk is het hetzelfde bedrijf welke ‘alles’ voor de uitzendkracht regelt. Het uitzendbureau, de werkgever dus, is ook degene die de huur inhoudt op het salaris van de uitzendkracht.– de arbeidsmigranten die in deze wooncomplexen wonen zijn ongeschoolde arbeiders. Die werk doen wat veelal helemaal niet tijdelijk is. De inleners hebben graag deze inwisselbare uitzendkrachten omdat de arbeidsomstandigheden vaak minder zijn en het salaris laag, hier kunnen ze geen andere mensen voor vinden. – de exploitatie van deze wooncomplexen is financieel interessant, want de exploitanten verhuren de kamers op basis van short stay. Voor minstens tweemaal zoveel huur als eigenlijk toegestaan zou zijn voor bijv kamerbewoning, en met minder faciliteiten dan de Commissie Roemer aanbeveelt. De stort stay regeling is niet bedoeld is voor deze groep uitzendkrachten.