Home » Uitzendbureaus houden bewust de registratiegegevens arbeidsmigranten voor zichzelf
Stichting Bewonersbelangen Arbeidsmigratie

Uitzendbureaus houden bewust de registratiegegevens arbeidsmigranten voor zichzelf

Het was in 2020 een heel duidelijk advies van de commissie Roemer: elke arbeidsmigrant dient geregistreerd te worden in de gemeentelijke basisadministratie. Zo weten we wie waar verblijft, wat helpt om misstanden te voorkomen. Toch is die registratie nog steeds een punt van discussie. Hoewel de uitzendbureaus alle gegevens beschikbaar hebben willen zij niet meewerken aan een gemeentelijke registratie, wat nodig is om problemen te signaleren en op te lossen.

Misstanden in de huisvesting en uitzending van arbeidsmigranten komen momenteel veelvuldig aan het licht. Toch is de registratieplicht niet opgenomen in het wetsvoorstel voor de WTTA (Wet Toelating Terbeschikkingstelling Arbeidskrachten). De uitzendbranche erkent het belang van registratie maar vindt dat een verplichting hem te veel last bezorgt: “Uitzenders zijn geen gemeentebalies en het toelatingsstelsel is niet bedoeld om problemen van gemeenten op te lossen”, aldus directeur Jurrien Koops van de Algemene Bond van Uitzendbureaus, ABU. Maar waarom wil de uitzendbranche niet meewerken? Registratie vindt bij hen feitelijk al plaats, dus het lijkt weinig moeite.

Nederland is het zicht en de grip op de situatie allang kwijt

In veel gemeentelijke publicaties wordt gegist naar het aantal in de gemeente aanwezige arbeidsmigranten en de hoeveelheid locaties waar huisvesting van deze migranten plaatsvindt. Controles op verdachte adressen leggen maar al te vaak schrijnende situaties bloot. Te veel mensen op een klein oppervlak, te weinig voorzieningen, onhygiënische toestanden en achterstallig pandonderhoud. Vaak is ook sprake van intimidatie van de bewoners, tot aan ingenomen paspoorten aan toe.

Landelijk is men de grip kwijt, en ook lokaal is er totaal geen zicht op de situatie van arbeidsmigranten. Niemand kan vertellen waar zij werken, waar zij wonen, sinds wanneer en tot wanneer. Ondanks het advies van de commissie Roemer in 2020 en ondanks de belofte van de toenmalige coalitie om elk advies van de commissie over te nemen ontbreekt de registratieplicht tot dusver in het wetsvoorstel voor de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten, de WTTA. Het lijkt erop dat de uitzendbranche hier succesvol voor heeft gelobbyd. 

Gegevens zijn beschikbaar via BSN en SNF-keurmerk

Het is evident dat in elk geval de bonafide uitzendbureaus wel degelijk de gegevens voorhanden hebben. Uitzendbureaus die werken met arbeidsmigranten, vragen voor hun werknemers een BSN-nummer aan zodra zij in Nederland zijn aangekomen. Zonder BSN-nummer kan er namelijk niet worden uitbetaald, en het merendeel van de arbeid wat arbeidsmigranten hier verrichten zal niet zwart worden betaald. Het zal weinig moeite zijn om de voor de BSN-aanvraag benodigde gegevens direct door te sturen aan de gemeentelijke basisadministratie. Dit lijkt in het hele proces een kleine handeling, temeer omdat alle gegevens bij het uitzendbureau reeds vastgelegd zijn. 

Daarnaast huisvesten veel uitzendbureaus die met arbeidsmigranten werken hen ook. Ook hierbij worden de gegevens nauwgezet bijgehouden. Voor de huisvesting van flexkrachten is het SNF-keurmerk (Stichting Normering Flexwonen) in het leven geroepen. Deze normering waarborgt de kwaliteit van de huisvesting, dit is een belangrijke eis van veel gemeenten. Op de website van SNF (www.normeringflexwonen.nl) omschrijft men het ontstaan van de stichting als volgt:

>> Stichting Normering Flexwonen komt voort uit de Nationale Verklaring Tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten die op 28 maart 2012 is ondertekend door een groot aantal partijen, zoals de minister van Binnenlandse Zaken, de VNG, Aedes, ABU, NBBU, VIA, LTO Nederland, Productschap Vee en Vlees, CNV, FNV, Pools Overlegplatform in Nederland en diverse gemeenten. De ondertekenaars hebben zich onder meer verplicht om een inspanning te leveren voor het vastleggen van normen voor goede huisvesting in CAO’s en in certificering, en voor een vertrouwenwekkend systeem van handhaving van die normen. <<

Het SNF-locatieregister koppelt werknemers aan adressen

Wie wat verder neust ziet op de website www.normeringflexwonen.nl een verplicht locatieregister, genaamd Informis. Bedrijven die geregistreerd zijn bij de SNF moeten verplicht al hun locaties waar flexwerkers verblijven, met kenmerken en al in dit register vermelden. In de norm van de SNF staat onder punt 1.2 vervolgens dat in de administratie van de uitzender vast moet liggen welke werknemer waar woont:

<<In de personeelsadministratie van de onderneming is een actueel overzicht van alle huisvestingslocaties opgenomen met daarbij per locatie vermeld alle namen van bewoners en startdatum en (indien van toepassing) einddatum van bewoning van de arbeidsmigranten waarvoor de organisatie huisvesting verzorgt/heeft verzorgd (bewonerslijst)<<

Uitzenders kunnen het wel, maar voelen er niks voor

Dat uitzenders niet verantwoordelijk willen zijn voor deze registratie, is merkwaardig. Want mag je van een migrant zonder kennis van het Nederlandse systeem en de Nederlandse taal wel verwachten dat hij of zij zich registreert bij de gemeente? De ABU spreekt over ‘problemen van gemeenten’, hierbij waarschijnlijk doelend op het feit dat gemeenten niet weten hoeveel arbeidsmigranten er zijn en waar zij verblijven, met alle gevolgen van dien. Die problemen worden veroorzaakt door migranten die niet geregistreerd staan. Het lijkt zo bezien op een kip- ei-discussie. 

Het past bij goed werkgeverschap om de registratielast uit handen van de arbeidsmigrant te nemen. De weerstand hiertegen lijkt dan ook niet te liggen in handelingen die men moet uitvoeren voor deze registratie. Het wordt tijd dat dit wordt ingezien en dat verantwoordelijkheden worden gelegd waar ze horen. 

×