Sociaal Bestek, juni 2024 – Gedetacheerde arbeidsmigranten hebben te maken met grotere problemen dan reguliere arbeidsmigranten, en dit geldt nog sterker voor hen die van buiten de EU komen. Hun extra kwetsbare positie wordt benadrukt in het rapport ‘Geen derderangsburgers’, waarmee we aansluiten op het Roemer-rapport ‘Geen tweederangsburgers’. Hier volgt een uiteenzetting van de situatie.
Dewi is 32 jaar. [1] Ze komt uit Bangladesh en werkt in Nederland. In Bangladesh had Dewi contact met een vrouw die vertelde dat ze in Nederland vier keer zo veel kon verdienen en voor ziekte verzekerd zou zijn. De enige voorwaarde was dat Dewi snel moest kunnen vertrekken en een paar dagen in Polen zou verblijven om daar wat papieren te ondertekenen. Haar moeder kon op haar drie kinderen van 3, 5 en bijna 7 jaar passen en dus ging Dewi. Nu woont ze in een huis waar nog acht mannen uit Tsjetsjenië wonen en ze deelt haar kamer met twee andere vrouwen.
Arbeidsuitbuiting
‘s Morgens vroeg rijdt ze met hen in busjes naar de fabriek waar ze vers fruit in plastic bakjes doen. Ze staat de hele dag in een koude omgeving in dezelfde houding en is bang weer een dubbele hernia op te lopen. Want ze heeft een zwakke rug. En als ze langer dan een week ziek is, is ze haar baan kwijt. En als je je baan kwijt bent, moet je de volgende dag het huis verlaten. Dat is wat ze bij haar huisgenoten heeft gezien. Het geld dat ze op haar rekening krijgt is drie keer minder dan is toegezegd. Vervoer en verblijfskosten zijn eraf getrokken.
Dat zegt Martin die over het huis en de busjes gaat. Dewi vraagt zich af waarom het haar niet verteld is? En hoe zit het met die verzekering voor ziekte waar de mevrouw in Bangladesh het over had? Dewi heeft een foto van het contract dat ze heeft getekend in haar telefoon opgeslagen. Ze heeft sinds kort het telefoonnummer van een organisatie in Nederland die mensen helpt bij arbeidsuitbuiting, FairWork, die weten waar ze recht op heeft. Nu moet Dewi nog moed verzamelen om hen te appen.
EU-detachering
Een van de grondbeginselen van de Europese Unie is het vrij verkeer van diensten. Een in de Europese Unie gevestigde dienstverlener staat het vrij om in een andere lidstaat diensten te verrichten en daarbij eigen personeel mee te nemen. Dat kunnen burgers uit de EU alsook burgers van buiten de EU zijn. Een onderneming die een opdracht krijgt in een ander Europees land hoeft zo geen nieuw personeel aan te nemen in dat land of nieuwe arbeidscontracten af te sluiten met het bestaande personeel om in dat land te gaan werken. De medewerkers worden in dat geval gedetacheerd naar een onderneming in een andere lidstaat.
Dewi mag, als uitzendkracht in Polen, tijdelijk naar Nederland gedetacheerd worden om te werken in de fabriek.
Deze vorm van het vrij verkeer van diensten wordt EU-detachering genoemd. De EU-Detacheringsrichtlijn is van toepassing op EU-burgers en, door uitspraken van het Europees Hof gebaseerd op het non-discriminatiebeginsel [2], ook op personen van buiten de EU. In Nederland is de EU-Detacheringsrichtlijn geïmplementeerd met de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (WagwEU).
Als een werkgever in Nederland melding maakt van detachering bij het nationale meldloket postedworkers.nl, en daarmee voldoet aan de voorwaarden, is er geen werkvergunning in Nederland nodig voor burgers van buiten de EU.[3] Dewi uit Bangladesh krijgt dus van Polen een werk- en verblijfsvergunning, waarmee zij in principe alleen in Polen mag werken.[4] Maar Dewi mag als uitzendkracht in Polen wel tijdelijk naar Nederland gedetacheerd worden om te werken in de fabriek.[5]
Onduidelijke rechten
Dewi heeft recht op het Nederlandse minimumloon, veilige arbeidsomstandigheden, voldoende rusttijden, een minimum aantal vakantiedagen en – uiteraard – gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Gedetacheerde arbeidsmigranten in Nederland ontlenen hun rechten aan de WagwEU. Ongeacht hun afkomst. Als er een algemeen verbindend verklaarde (avv) cao van toepassing is, geldt ook de harde kern van arbeidsvoorwaarden uit deze cao. Als Dewi langer dan twaalf maanden in Nederland werkt, worden de arbeidsvoorwaarden uitgebreid. Dan heeft zij tevens recht op alle Nederlandse arbeidsvoorwaarden, zoals scholing en ziektekostenvergoeding.[6]
Een gedetacheerde arbeidsmigrant die vanuit Polen in Nederland werkt, kan bij werkloosheid aanspraak maken op een Poolse werkloosheidsuitkering.
Waar de WagwEU wel voorwaarden stelt aan de arbeidsvoorwaarden, geldt dat niet voor sociale zekerheid.[7] Voor gedetacheerde arbeidsmigranten is de gedachte dat vanwege het tijdelijke karakter van hun detachering, zij aangesloten moeten blijven bij het socialezekerheidsstelsel van de lidstaat waar hun werkgever is gevestigd. Voor Dewi is het Poolse socialezekerheidsstelsel van toepassing. Het is tenslotte niet praktisch als gedetacheerde werknemers telkens verzekerd zijn in een ander land.
Gevolg hiervan is dat een gedetacheerde arbeidsmigrant niet dezelfde rechten en verplichtingen in het kader van sociale zekerheid heeft als een Nederlander of een ‘reguliere’ EU-arbeidsmigrant die in Nederland werkt. Een Poolse arbeidsmigrant die in Nederland in loondienst werkt, heeft bij werkloosheid recht op een Nederlandse werkloosheidsuitkering (WW), als aan de vereisten wordt voldaan. Datzelfde geldt voor risico’s als ziekte en arbeidsongeschiktheid en de opbouw van een pensioen. Echter een gedetacheerde arbeidsmigrant die vanuit Polen in Nederland werkt maakt bij werkloosheid aanspraak op een Poolse werkloosheidsuitkering, die over het algemeen lager is dan de Nederlandse.[8] Of Dewi in geval van werkloosheid aanspraak kan maken op een Poolse werkloosheidsuitkering is afhankelijk van nationale wetgeving in Polen en eventuele afspraken tussen Polen en Bangladesh.
Kwetsbaarheden
Gedetacheerde arbeidsmigranten lopen een groot risico om niet het loon, de arbeidsvoorwaarden of de sociale zekerheid te krijgen waarop zij recht hebben. Dit komt omdat malafide werkgevers zich kunnen verschuilen achter complexe regelgeving over EU-detacheringen. Zij maken handig gebruik van ondoorzichtige situaties die ontstaan doordat regelgeving in het zendende land anders is dan in Nederland en geven arbeidsmigranten niet waar zij recht op hebben. De kans dat afspraken over arbeidsomstandigheden en sociale zekerheid worden nagekomen is klein en het risico op dakloosheid is groot.[9]
De complexiteit wordt versterkt door detacheringsketens van inleners, versnipperd toezicht, het feit dat arbeidsuitbuiting moeilijk te bewijzen is en een gebrek aan samenwerking tussen lidstaten. Het verhaal van Dewi is hiervoor illustratief. De risico’s gelden in nog sterkere mate voor gedetacheerde arbeidsmigranten van buiten de EU, die ook afhankelijk zijn van werkgevers voor hun verblijfsrecht in Nederland. Als Dewi wordt ontslagen, vervalt haar verblijfsgrond. We spreken daarom over ‘derderangsburgers’ als het gaat om kwetsbare gedetacheerde arbeidsmigranten. Zij zijn namelijk nog kwetsbaarder dan de tweederangsburgers waarover de commissie Roemer adviseerde.[10]
Race naar de bodem
De kwetsbaarheden en risico’s waar gedetacheerde arbeidsmigranten mee te maken hebben doen zich voornamelijk voor als zij werken in arbeidsintensieve sectoren. De bouw en industrie behoren tot de grootste sectoren waar gedetacheerde arbeidsmigranten werken. Gevolgd door landbouw en ondersteunende diensten als uitzendbureaus.[11] Voor werkgevers kan het goedkoper uitpakken om gedetacheerde arbeidsmigranten in dienst te nemen.
EU-detachering faciliteert een verdienmodel voor werkgevers dat aanzet tot loonconcurrentie.
In de meeste gevallen hoeft de werkgever minder sociale zekerheidslasten af te dragen en alleen het minimum aan loon en arbeidsvoorwaarden te bieden. Dit geeft dit bedrijf een concurrentievoordeel. De personeelskosten voor gedetacheerde arbeidsmigranten zijn voor het inlenende Nederlandse bedrijf, hierdoor ook lager. EU-detachering faciliteert daarmee een verdienmodel voor werkgevers. Dit verdienmodel zet aan tot loonconcurrentie met als ultiem risico een ‘race naar de bodem’, oftewel: lagere lonen en slechtere arbeidsomstandigheden.
De ingewikkelde wet- en regelgeving maakt EU-detachering ook een verdienmodel voor sommige zendende landen. De premies die door gedetacheerde arbeidsmigranten worden afgedragen, dragen bij aan de inkomsten van het socialezekerheidsstelsel van het land waar de werkgever is gevestigd. Zo kunnen landen als Polen, Litouwen en Slovenië, de landen van waaruit de meeste gedetacheerde arbeidsmigranten naar Nederland komen, hun sociale zekerheids- of pensioenkassen vullen. In het geval van arbeidsmigranten van buiten de EU is het namelijk waarschijnlijk dat zij hier in de toekomst geen beroep op kunnen doen, omdat de arbeidsmigranten zijn teruggekeerd naar hun eigen herkomstland en er met het betreffende herkomstland geen sociale zekerheidsverdragen zijn gesloten.
Toenemende aantallen
Nederland is een van de grootgebruikers als het gaat om EU-detachering. Los van de kennismigrantenregeling werden in 2023 4.200 positieve adviezen gegeven voor arbeidsmigranten van buiten de EU die langer dan drie maanden naar Nederland komen om te werken,[12] maar waren er 23.500 gedetacheerde arbeidsmigranten van buiten de EU in Nederland werkzaam.Klik op de figuur om te vergroten.
De herkomstlanden van de gedetacheerde arbeidsmigranten variëren van Centraal-Azië en voormalige Sovjet-Unielanden zoals Armenië, Georgië, Moldavië en Rusland, tot Thailand en Bangladesh. Als we ook de gedetacheerde arbeidsmigranten van binnen de EU meerekenen ging het vorig jaar om 96.290 unieke werknemers. Dat is exclusief wegvervoer.[13] Het is waarschijnlijk dat het om nog veel meer mensen gaat, maar lang niet alle gedetacheerde arbeidsmigranten worden door hun werkgevers gemeld.
Oplossingen
Weliswaar heeft de Nederlandse overheid weinig grip op het aantal gedetacheerde arbeidsmigranten dat hier aan de slag gaat, ze heeft wel invloed om de arbeidsomstandigheden waaronder Dewi moet werken minder kwetsbaar te maken. Zo kunnen malafide werkgevers harder aangepakt worden. Zorg dat er grote consequenties zijn voor werkgevers die gedetacheerde arbeidsmigranten benadelen, zoals hogere boetes, of sluit flexibele arbeidsovereenkomsten – zoals detachering van arbeidsmigranten – uit in sectoren waar veel misstanden voorkomen.
Werkgevers die wel banen met eerlijke lonen en goede arbeidsomstandigheden willen creëren worden door de mogelijkheid van de EU-detachering en de concurrentie die daar mee gepaard gaat benadeeld. De goede werkgevers lijden dus onder de kwade. En specifiek voor arbeidsmigranten van buiten de EU: Laat het Plan van Aanpak kwetsbare dakloze EU-burgers ook van toepassing zijn op kwetsbare dakloze arbeidsmigranten van buiten de EU die via de detacheringsconstructie naar Nederland komen.
Andere verblijfsvergunning
Introduceer bovendien een periode waarin een gedetacheerde arbeidsmigrant van buiten de EU de mogelijkheid krijgt om een andere verblijfsvergunning in Nederland aan te vragen zodat Dewi bij werkloosheid hier niet meteen illegaal verblijft. Maar het vraagt ook om oplossingen op Europees niveau. Door in gesprek te gaan met landen als Polen en te spreken over de misstanden die detachering met zich mee kan brengen. En door bij de Europese Commissie aan te dringen op een nieuwe EU-richtlijn voor gedetacheerde arbeidsmigranten van buiten de EU. Zo remmen we de race naar de bodem tot derderangsburgers af.
Anita Strockmeijer is senior adviseur bij de Adviesraad Migratie. Monique Kremer is voorzitter van de Adviesraad Migratie. Tevens bijzonder hoogleraar Actief burgerschap, Universiteit van Amsterdam. Mark Klaassen is raadslid van de Adviesraad Migratie. Tevens Universitair docent Universiteit Leiden. Maartje van der Woude is raadslid van de Adviesraad Migratie. Tevens hoogleraar Rechtssociologie, Universiteit Leiden.
Dit artikel is gebaseerd op het adviesrapport ‘Geen derderangsburg
Lees hier het originele bericht