De afgelopen jaren zijn we bij de migratie gericht op arbeid in een oude valkuil gestapt. De gastarbeiders-geschiedenis van een achteloze omgang met arbeidsmigranten lijkt zich op een nieuwe manier te herhalen. En dat terwijl de afgelopen jaren ons migratiesaldo (het aantal mensen dat we er als gevolg van migratie bijkrijgen in Nederland) onder andere is gestegen door de toegenomen arbeidsmigratie van buiten en binnen Europa.
Gelet op prognoses over onze arbeidsmarkt in de komende dertig jaar ontkomt Nederland er niet aan om een beroep te blijven doen op kennismigranten en praktisch geschoolde arbeidskrachten uit het buitenland. Het is duidelijk dat we – welk beleid we ook voeren – arbeidsmigratie nodig hebben om de vergrijzing van onze samenleving op te vangen. Maar het lijkt inmiddels of we vooral bezig zijn met een race naar ‘diensten voor de laagste prijs met de slechtste arbeidsvoorwaarden’. Uitbuiting ligt op de loer en over de maatschappelijke impact van deze migratie, in het bijzonder van binnen de EU, is onvoldoende nagedacht. Niet het verdienmodel van bedrijven moet de maatstaf zijn voor arbeidsmigratie, maar de maatschappelijke behoefte. Er is meer afstemming nodig tussen vraag en aanbod, betere regulering van arbeidsmigratie vanuit het publieke belang en hardere afspraken binnen de Europese Unie. Dat is niet alleen in het belang van Nederland, maar ook in het belang van gemeenschappen in de landen waar arbeidskrachten massaal vandaan trekken. We willen voorkomen dat het uitgangspunt ‘private winsten en publieke zorgen’ wordt. We willen een beleid dat arbeidsmigratie beter reguleert, meer investeert in de mensen die hier komen werken en oog houdt voor het belang van onze samenleving.
- Richtgetal voor arbeidsmigratie. Nederland kan de migratie naar ons land beter in goede banen leiden en voorspelbaarder maken. Er komt een jaarlijks richtgetal voor arbeidsmigratie, op basis van gerichte arbeidsmarktanalyses.
- Planbureau migratie. Er komt een onafhankelijk planbureau voor migratie, dat gevraagd en ongevraagd kan adviseren over (arbeids)migratie en helpt om meer inzicht en grip te krijgen.
- Europees pact voor arbeidsmigratie. De ChristenUnie wil dat het mogelijk wordt voor lidstaten om onderling afspraken te maken over arbeidsmigratie. Deze afspraken kunnen betrekking hebben op het aantal arbeidsmigranten of de duur van de arbeidsperiode. Ook valt te denken aan het gebruik van sociale voorzieningen, de export van WW, de terugkeer van arbeidsmigranten en het helpen terugdringen van werkloosheid in het land van herkomst.
- Tewerkstellingsvergunning ook voor EU. Om arbeidsmigratie beter te kunnen richten op sectoren waar echt tekorten zijn, willen we bevorderen dat het systeem van tewerkstellingsvergunningen ook toegepast kan worden op werknemers uit EU-landen.
- Vakbekwaamheidseisen uitzendbranche. Om misstanden met arbeidsmigranten te bestrijden voeren we een stelselwijziging door voor de uitzendmarkt. Er gaan vakbekwaamheidseisen gelden voor iedereen die een uitzendbureau wil starten. Wie een uitzendonderneming wil starten volgt een opleiding en doet aan bekwaamheidsonderhoud. Ook gelden vestigingseisen.
- Vergunningsplicht uitzendbureaus. Nederland is het enige land in de Europese Unie dat geen vergunningplicht kent voor uitzendbureaus. Het is in ons land eenvoudiger om een uitzendbureau te beginnen dan een snackbar, terwijl het om mensen gaat. Dat raak met name arbeidsmigranten. Via een vergunningsplicht wordt beter toezicht gehouden op de activiteiten van uitzendbureaus en de voorwaarden waaronder inlening plaatsvindt. Malafide bedrijven worden gesloten en overtreders flink beboet.
- Aanpak van schijnconstructies. Er zijn Europese afspraken nodig over vestigingseisen voor ondernemingen, om brievenbusfirma’s te voorkomen. Dit voorkomt o.a. het misbruik van afdragen van sociale zekerheidspremies.
- Gelijk loon voor gelijk werk. Sommige werkgevers proberen door ‘contracting’ loonvoorwaarden uit cao’s te ontduiken. De cao van de inlenende onderneming wordt daarom leidend en is daardoor ook van toepassing op gecontracteerde onderaannemers.
- Dwingende registratie. Een deel van de arbeidsmigratie blijft nu buiten het zicht van gemeenten, door de late registratieverplichting. We willen dat ook mensen die korter dan 4 maanden werken en verblijven in een gemeente de verplichting krijgen zich in te schrijven of te registeren bij de gemeente.
- Verbod op inhoudingen op het loon. Uitzendbureaus en werkgevers mogen niet langer loon inhouden voor bijvoorbeeld huisvesting. Scheidt bed en baan.
- Huisvestiging voor arbeidsmigranten regionaal regelen. De onveilige huisvesting van arbeidsmigranten leidt in bepaalde gemeenten tot veel overlast en verkamering van woningen. In de woonvisie van gemeenten en provincies moet het huisvesten van arbeidsmigranten een betere plek krijgen. Er worden landelijke prestatieafspraken met woningcorporaties gemaakt en betere afspraken over de voorwaarden waaraan huisvesting van tijdelijke werkers moet voldoen.
- Werkgevers moeten bijdragen aan taalles. Er komt een wettelijke verplichting voor werkgevers om bij te dragen aan toegang tot taallessen voor arbeidsmigranten. Daarnaast moeten arbeidsmigranten door gemeenten geholpen worden om aansluiting te vinden bij maatschappelijke voorzieningen, zoals bibliotheken, sportvoorzieningen, wijk- en dorpshuizen.