NRC, 27 december 2024 – Wie verdienen er aan arbeidsmigratie? – In Nederland werken een miljoen arbeidsmigranten – en die moeten wel ergens wonen. Door de grote schaarste aan woningen is huisvesting van deze groep een verdienmodel geworden. „Het is schandalig.”
Aan de Mijnsherenlaan in Rotterdam-Zuid staat in de vroege ochtend een oud matras tegen een boom. Roy van Lieshout (39) weet wat dit betekent: hier moest een arbeidsmigrant zijn woning uit. Van Lieshout is wijkraadslid in de Tarwewijk, een buurt in Rotterdam-Zuid die bekendstaat om de aanwezigheid van veel arbeidsmigranten; ruim een op de vier inwoners is naar Nederland gekomen om te werken. Op de vroege ochtend van de laatste dag van de maand geeft Van Lieshout een rondleiding door de buurt. „We kennen deze dag als ‘matrassendag’. Oftewel: het moment waarop veel arbeidsmigranten die hun baan verloren, hun woning uit moeten en die leeg moeten opleveren.”
De arbeidsmigranten zijn strikt formeel geen bewoners, maar gebruikers van het logieverblijf. Ze mogen hier maximaal zes maanden aaneengesloten zijn. Daarna moeten ze iets anders zoeken of terug naar hun land van herkomst.
Het onderscheid tussen wonen en logies maakt dat er ineens veel meer mogelijk is dan in de streng gereguleerde woongebieden. Permanente woningbouw pal naast een asfaltcentrale is vanwege luchtkwaliteitsnormen bijvoorbeeld zo goed als onmogelijk. Voor tijdelijk verblijf geldt ook de strenge huurwetgeving niet, die voorschrijft dat huurders op de ‘normale’ woningmarkt bijvoorbeeld een permanent huurcontract moeten krijgen. De units mogen hier twintig jaar staan en moeten daarna verplaatst worden.
Lees hier verder (origineel bericht)