Home » De sectoren waar Nederland ‘zonder kan’
Informatief

De sectoren waar Nederland ‘zonder kan’

Volkskrant, 8 februari 2024 – Volgens experts kosten de glastuinbouw, de vleesverwerkende bedrijven en de distributiecentra de maatschappij meer dan dat ze Nederland opleveren. Wat zeggen de cijfers over deze sectoren, en hebben ze nog een toekomst in Nederland?

‘We moeten een einde maken aan economische activiteit waarbij onder de werkelijke kostprijs wordt gewerkt.’ President van De Nederlandsche Bank Klaas Knot zette onlangs in het programma Buitenhof de zaken op scherp door expliciet drie sectoren te noemen: de glastuinbouw, de vleesverwerkende bedrijven en de distributiecentra.

En Knot is niet de enige die deze drie bedrijfstakken op de wipstoel zet. De commissie-Van Zwol schreef in haar rapport over de demografische ontwikkeling in Nederland dat het slim is de kassen, slachthuizen en distributiecentra de duimschroeven aan te draaien. ‘We zouden ons moeten afvragen of die sectoren een toekomst hebben in Nederland’, zei hoogleraar en commissielid Paul Scheffer in deze krant.

Schaarse capaciteit

Knot trekt een harde conclusie: ‘Ik wil niet zeggen dat je er niets aan hebt, maar ik zeg wel dat de maatschappelijke baten daar niet opwegen tegen de kosten.’ Voor de ‘werkelijke kostprijs’ kijkt hij naar de schaarste die Nederland inmiddels op zoveel vlakken parten speelt. Het gebrek aan goedkope arbeid, aan fysieke ruimte, de uitstoot van CO2 en stikstof, en de druk op het elektriciteits- en wegennet.

Sectoren waarin nog vaak onder het minimumloon wordt gewerkt of die zeer afhankelijk zijn van fossiele subsidies, voegen naar de mening van Knot te weinig toe. Terwijl de drie genoemde sectoren wel serieuze kosten voor de samenleving met zich meebrengen.

De tijd dat banen schaars waren in Nederland en het dus logisch was om werkgelegenheid te stimuleren is inmiddels voorbij, benadrukt DNB in een toelichting. ‘Door de demografische ontwikkeling zijn niet de banen, maar juist de mensen schaars.’ Om de toekomstige welvaart in Nederland te garanderen, zou de overheid volgens Knot vooral bedrijven zoals ASML moeten koesteren. ‘Waar hoogwaardige kennismigranten werken, die een forse hoop belasting betalen.’

Het maakt nieuwsgierig. Wat zijn de harde cijfers over die drie sectoren, waar Nederland wel zonder zou kunnen? Hoe groot is hun beroep op de schaarse capaciteit in ons land? Hoe kijken zij zelf aan tegen hun nut voor de Nederlandse economie? En heeft de overheid eigenlijk wel instrumenten om die sectoren terug te snoeien?

Lees hier verder (origineel bericht)
×