Home » En alweer een slecht rapport van Decisio…
Arbeidsmigranten Horst aan de Maas

En alweer een slecht rapport van Decisio…

“Een globale inschatting gemaakt”
“hebben we onvoldoende beeld”
“een mogelijke verklaring is”
“is het aannemelijk dat”
“is het logisch dat”
“dat deze mogelijk een vertekend beeld geven”
“geen verdiepende gesprekken gevoerd”
“het is lastig exact te duiden”
“op dit moment lijkt het”
De factuur maken naar de provincie is vast wel gelukt?

Eigenlijk weten ze niks zeker, maar maken ze er wel een rapport van. Enkele punten uit het rapport:

  • 232 Respondenten op een doelgroep van circa 88.000 (2024) is een respons van 0,26%, dit wordt bestempeld als “relatief laag”. Resultaten zijn aangevuld vanuit interviews die zijn gehouden met gemeenten.
  • 159 bedrijven hebben de enquête ingevuld waarvan er 103 bedrijven actief met arbeidsmigranten werken. De provincie Limburg kent in totaal ongeveer 30.000 bedrijven waar minimaal 2 werknemers actief zijn. Daarmee bedraagt de respons op de enquête 0,34%. De onderzoekers vragen zich af hoe representatief dit resultaat is.
  • De verblijfsduur wordt gelijkgesteld aan werkduur, in één zin worden beide termen gebruikt om hetzelfde te omschrijven, is de verblijfsduur inderdaad hetzelfde als de werkduur? Draaideurconstructies oftewel permanente tijdelijkheid worden niet benoemd en zijn mogelijk ook niet onderzocht. Een totale verblijfsduur in Nederland wordt ook niet specifiek benoemd.
  • Er wordt aangeraden om op gemeentelijk niveau een gespecialiseerd bureau prognoses uit te laten voeren (lees door bureaus zoals Decisio)
  • De huisvestingsopgave wordt berekend zonder de bezettingsgraad van de reeds vergunde bedden inzichtelijk te hebben, dit is niet onderzocht en wordt niet benoemd. De markt van de uitzendbranche neemt af en er ontstaan lege plekken in bestaande huisvesting, dit inzicht zal ook van belang zijn.
  • Amsterdam wordt 6x benoemd
  • 65 Procent geeft aan dat ze hier permanent zouden willen wonen. In Noord-Limburg werkt 72 procent via een uitzendbureau en 84 procent heeft huisvesting via de werkgever. Dat maakt het lastig om een permanent leven op te bouwen in Nederland.
  • In 2022 heeft Ondernemend Limburg een subsidie ontvangen van 49.000 euro en daarmee is Frans Stienen benoemd tot “kennisambassadeur internationale werknemers Limburg” om het belang van arbeidsmigranten en voldoende huisvesting onder de aandacht brengen en lid geworden van de Taskforce. Voor de enquête is veelal gebruik gemaakt van de contacten van de leden van de “Taskforce internationale werknemers in Limburg”. Ondanks dat de burger voor het onderzoek niets is gevraagd krijgen ze wel de schuld van Frans in de uitzending van Nedinscoplein van 2-6-2023 op Omroep Venlo.
  • De onderzoeker Daan van Gent werkt nu ruim 10 jaar bij Decisio en houdt zich de laatste jaren niet in brede zin met arbeidsmigratie bezig. Floortje Cieraad en Thijs Visscher werken nu ongeveer een jaar bij Decisio aldus de website, een opleiding of ervaring op arbeidsmigratie wordt bij alle drie niet genoemd.

Wat hebben we aan dit rapport?
Een dik/lang rapport, is wat hierin staat nu waarheid?
En wat staat er niet in?

Desicio, beschermer van de arbeidsmigranten industrie?
Decisio, onderdeel van het systeem?

Moet de maatschappij dit betalen?

Oordeel vooral zelf.
Hieronder een compilatie van de inhoud, op het einde van dit bericht staat de link naar het volledige rapport.

Wonen

Gemiddeld kost de huur tussen de € 125,- en € 175,- per week. Dat is tussen de 500 en 700 euro per per maand voor kleine huisvesting die in veel gevallen met meerdere andere arbeidsmigranten gedeeld moet worden. Voornamelijk arbeidsmigranten die een huis delen met andere arbeidsmigranten, die in een accommodatie op de werklocatie verblijven of vooral wonend in een kamer van een groot complex zijn ontevreden met hun woning (55 respondenten/24 procent). Van de 27 arbeidsmigranten wonend in een kamer van een groot complex, geven er 12 aan ontevreden te zijn. Dat komt neer op 44 procent. De knelpunten hebben vooral te maken met de huurlasten en een gebrek aan privacy in de woonruimte.

Het vinden van woonruimte wordt door arbeidsmigranten over het algemeen als makkelijk ervaren. Dit komt mogelijk doordat een ruime meerderheid (84 procent) huisvesting vindt via de werkgever.

De meeste respondenten wonen op de locatie waar ze ook werken, in een gedeeld huis, in stacaravans, in een kamer of in een particuliere huurwoning.

Op de vraag wat arbeidsmigranten zouden willen verbeteren aan hun woonsituatie, is het vaakst naar voren gekomen dat arbeidsmigranten meer privacy in huis willen. 73 arbeidsmigranten geven dit aan, dat is bijna een derde van de respondenten. Dit kan gaan om meer eigen ruimte, maar ook om wekelijkse controle of cameratoezicht.

Leven in Nederland, sociale integratie

Van de 232 respondenten geven 149 (circa 65 procent) aan dat ze hier permanent zouden willen wonen. Hoewel de meeste arbeidsmigranten een toekomst voor zich zien in Nederland, voelt maar een klein deel (29 procent) zich onderdeel van de Nederlandse maatschappij. Ongeveer de helft van de arbeidsmigranten heeft helemaal geen contact met Nederlandse inwoners. Arbeidsmigranten ervaren in grote mate een taalbarrière, komen maar weinig met Nederlanders in aanraking en voelen zich afgezonderd en geïsoleerd. Ook komt het door het beeld dat Nederlanders van arbeidsmigranten hebben, de opstelling van Nederlanders richting arbeidsmigranten en doordat veel voorzieningen afgezonderd zijn. Een aantal respondenten geeft aan in een ‘arbeidsmigrantenbubbel’ te leven.

Uit gesprekken met gemeenten blijkt dat het inschrijven in de Basisregistratie Personen (BRP) een belangrijk eerste contactmoment is met de arbeidsmigrant. Het geeft de gemeente de mogelijkheid de arbeidsmigrant te wijzen op rechten, plichten en de beschikbaarheid van voorzieningen.

Van de 136 arbeidsmigranten die bij het BRP geregistreerd staan geven 92 aan dat ze ook weten welke rechten en plichten ze hebben na het ontvangen van hun Burgerservicenummer (BSN), dat is bijna 70 procent. Procentueel gezien weten de mensen die niet weten waar ze ingeschreven staan ook het minst goed welke rechten en plichten ze hebben.

De integratie met andere Nederlanders kwam vaak terug als knelpunt. In veel gesprekken wordt genoemd dat de behoefte er bij de arbeidsmigrant niet is. Dit strookt echter niet met de respons van de doelgroep zelf met de nuancering dat dit voornamelijk het geval is bij arbeidsmigranten die hier komen voor kortdurend seizoenswerk

Druk op de maatschappij

Door de sterke toename van het aantal arbeidsmigranten neemt de druk op het sociaal domein toe. Gemeenten geven aan dat capaciteit bij handhaving ontbreekt en dat sommige huisvesters daar op inspelen. Het is niet duidelijk wie er verantwoordelijk is voor de begeleiding van de terugkeer naar het eigen land als de arbeidsmigrant uit dienst gaat. Vaak moeten ze dan ook uit huis en worden ze aan hun lot overgelaten, worden ze dakloos met alle gevolgen van dien. Het is dan de vraag of de overheid verantwoordelijk is voor de nazorg of de oorspronkelijke werkgever.

Sommige gemeenten geven aan dat het draagvlak onder bewoners afneemt, bijvoorbeeld als het gaat om huisvesting binnen bestemmingsplannen. Geld- en capaciteitsgebrek is een algeheel probleem in het sociaal domein. Capaciteit bij handhaving ontbreekt en daar gaan huisvesters ‘gewiekst’ mee om. Het is niet duidelijk wie er verantwoordelijk is voor de begeleiding van de terugkeer naar het eigen land als de arbeidsmigrant uit dienst gaat.

Aanpak GS

Het college van Gedeputeerde Staten werkt aan een integrale aanpak arbeidsmigratie, deze aanpak wordt in het 4e kwartaal gecommuniceerd.

Groei

De populatie arbeidsmigranten werkend in Limburg groeit sterker dan gemiddeld in Nederland. Het aantal werkende arbeidsmigranten in Limburg verdubbelde van 39.860 in 2017 naar 82.895 in 2022. Dat komt neer op een gemiddelde jaarlijkse groei van 16 procent, terwijl de gemiddelde groei in deze periode landelijk 10 procent bedroeg. De populatie zal naar verwachting blijven groeien, naar verwachting werken in 2030 tussen de 96 duizend en 112 duizend arbeidsmigranten in Limburg.

Grootste deel seizoenswerk

Het is aannemelijk dat een groot deel van de arbeidsmigranten seizoenswerk doet omdat 66 procent van de arbeidsmigranten in 2022 op dat moment korter dan een jaar in Limburg verbleef.

Geen inzicht

Gemeenten en werkgevers hebben geen concreet beeld van de huisvestingsopgave in 2030. Wel geven zowel de gemeenten als de werkgevers aan dat de opgave om verschillende redenen groot zal zijn. Zij geven aan een toename van arbeidsmigranten te verwachten,

Huisvestingsopgave

Aan de hand van prognoses, de analyse van seizoenspieken en pendelrelaties kan een globale inschatting gemaakt worden van de huisvestingsopgave. Richting 2030 zijn er volgens deze globale inschatting tussen de 5.900 en 11.900 extra woningen nodig voor arbeidsmigranten in Limburg. Dit is een inschatting op basis van het aantal arbeidsmigranten dat zowel in Limburg werkt als woont in 2022 en 2030. De arbeidsmigranten die in Limburg wonen maar niet in Limburg werken, zijn hierin niet meegenomen en bij deze inschatting is geen rekening gehouden met woningen die reeds gerealiseerd zijn in 2023 en 2024.

Van de verwachte huisvestingsopgave in relatie tot het huisvestingsaanbod nu en in de toekomst is hebben we onvoldoende beeld. Het is aannemelijk dat de opgave toeneemt.Een goed onderbouwde prognose van de huisvestingsopgave per gemeente is nuttig voor een gemeente om zich voor te bereiden op een mogelijke groeiende huisvestingsbehoefte van arbeidsmigranten. Nu hebben gemeenten vaak geen zicht op de mogelijke huisvestingsopgave. Het is daarom aan te raden om op gemeentelijk niveau een gespecialiseerd bureau prognoses uit te laten voeren op de huisvestingsopgave richting 2030.

Cijfers

Van de 82.895 arbeidsmigranten in Limburg werken er 53.360 in Noord-Limburg, 16.655 in Zuid-Limburg en 12.880 in Midden-Limburg. Circa 11 procent van alle arbeidsmigranten in Nederland werkt in Limburg. Het aantal werkende arbeidsmigranten in de provincie Limburg steeg tussen 2017 en 2022 harder ten opzichte van Nederland in zijn geheel. De jaarlijkse stijging in de provincie was 16 procent, in Noord-Limburg met 18 procent per jaar terwijl dit landelijk 10 procent was.

In de regio’s Noord-Limburg en Midden-Limburg is het aantal arbeidsmigranten ten opzichte van 2017 ruim verdubbeld. In Noord-Limburg is de populatie met 131 procent gegroeid, 40% van de werkende arbeidsmigranten in Limburg werkt in Venlo en Venray.

Naar verwachting groeit het aantal werkende arbeidsmigranten in Limburg van 82.895 in 2022 naar tussen de 96.000 en 112.000 arbeidsmigranten in 2030. Het aantal BRP-geregistreerde arbeidsmigranten groeit naar verwachting van 27.845 in 2022 naar tussen de 39.500 en 58.000 in 2030.

Otto

Van de ruim 15.800 arbeidsmigranten die bij een groot uitzendbureau uit Venray werkzaam zijn, werkt circa een vijfde in de provincie Limburg. Dit uitzendbureau heeft voor dit onderzoek informatie heeft gedeeld over het aantal werknemers dat in 2022 per regiogemeente werkzaam was. Daarmee hebben we een correctie uit kunnen voeren. Dat betekent bijvoorbeeld dat arbeidsmigranten die via deze uitzender in Peel en Maas werken, van het aantal van Venray af zijn gehaald, en opgeteld bij het aantal in Peel en Maas. Na correctie blijkt dat in totaal de meeste arbeidsmigranten in Venlo en Venray werken. Het betreffende uitzendbureau heeft alleen gegevens gedeeld over 2022.

Hoewel we meerdere uitzendbureaus in Limburg benaderd hebben, hebben we uiteindelijk gegevens ontvangen van één uitzendbureau.

Registratie

Het gegeven dat veel arbeidsmigranten via uitzendbureaus werken, maakt het lastig om hun werklocatie en dus ook de werksector vast te stellen. 62 Procent van de arbeidsmigranten in Limburg werkt via een uitzendbureau of detachering. Dit is meer dan het landelijk gemiddelde van 53 procent. In Noord-Limburg werkt zelfs 72 procent via een uitzendbureau.

In Noord-Limburg ligt de registratiegraad lager, een mogelijke verklaring is bijvoorbeeld dat in hier meer seizoensarbeid plaatsvindt. BRP-registratie is pas verplicht vanaf vier maanden. Het aantal BRP-geregistreerde arbeidsmigranten in de provincie Limburg steeg iets minder hard vergeleken de nationale groei. De jaarlijkse stijging in de provincie was 9 procent, terwijl dit landelijk 10 procent was.

Het kan voorkomen dat de arbeidsmigrant onbekend is met het proces van inschrijving en/of zich niet wil inschrijven vanwege de angst voor het verliezen van rechten in het land van herkomst. Het aantal geregistreerde arbeidsmigranten via de CBS Microdata is dus waarschijnlijk een onderschatting van het daadwerkelijke aantal arbeidsmigranten dat in de provincie Limburg woont. Dit beeld wordt bevestigd door verschillende uitzendbureaus.

Van het grootste deel (62 procent) van de arbeidsmigranten werkend in Limburg is niet bekend in welke sectoren zij werken. Deze groep werkt namelijk via een uitzendbureau, waardoor de werksector niet bekend is. Wel is het aannemelijk dat een groot deel seizoenswerk doet: 66 procent van de arbeidsmigranten aanwezig in 2022 verbleef er op dat moment korter dan een jaar.

Salaris

80 procent van de arbeidsmigranten in Limburg verdiende minder dan 30 duizend euro in 2022. De gemiddelde arbeidsmigrant in Limburg verdient dan ook minder dan de gemiddelde arbeidsmigrant in Nederland. In Noord-Limburg verdient zelfs 86 procent 30 duizend euro of minder.

Verblijfsduur/werkduur

66 procent van de arbeidsmigranten die in 2022 in de provincie Limburg werkte, werkte er op dat moment korter dan een jaar. 18 procent werkte er een tot twee jaar, 6 procent twee tot drie jaar, 7 procent drie tot vijf jaar en twee procent langer dan vijf jaar.

Omdat het aantal arbeidsmigranten toenam in de laatste jaren, is het logisch dat de groep met een korte verblijfsduur groot is. In Zuid-Limburg was de verblijfsduur langer dan in de andere twee regio’s: 55 procent werkte er een jaar of minder. In Noord-Limburg was dit 70 procent, in Midden-Limburg 68 procent. De verblijfsduur van arbeidsmigranten hangt sterk samen met de sectoren waarin ze werken. Zo maakt de tuinbouwsector meer gebruik van seizoensgebonden arbeid dan bijvoorbeeld de zorg. Omdat 62 procent van de arbeidsmigranten in Limburg via een uitzendbureau werkt en daardoor de sector onbekend is, is de verblijfsduur niet goed te linken aan en duiden vanuit de werksector.

Opvallend is dat het aantal arbeidsmigranten dat gemiddeld genomen per jaar worden geworven ongeveer gelijkligt aan het aantal arbeidsmigranten dat momenteel in dienst is. Dat duidt op een sterk wisselende samenstelling van de groep arbeidsmigranten dat actief is bij de bedrijven in onze enquête

Economie grootste aanjager

Decisio heeft de laatste jaren veel en diverse onderzoeken gedaan naar de historische ontwikkeling van verschillende doelgroepen internationals (monitoring) én naar de mogelijke ontwikkeling van deze doelgroepen naar de toekomst toe. We hebben daarbij gebruik gemaakt van diverse statistische onderzoeksmethodieken (zoals regressieanalyse) om te achterhalen welke variabelen van invloed zijn op de ontwikkeling van de doelgroep. De belangrijkste rode draad die volgt uit deze analyses is dat er een statistisch significant positief verband bestaat tussen het aantal banen en het aantal internationale werknemers (kenniswerkers én arbeidsmigranten) in Nederland.

Het geconstateerde verband lijkt ook logisch als we ervan uitgaan dat internationale werknemers hoofdzakelijk voor arbeid naar Nederland komen. Op basis van onderzoeken en analyses over de periode 2010-2019 zien we het verband tussen de banengroei en het aantal internationale werknemers als volgt: als het aantal banen met 1 procent groeit dan neemt het aantal internationale werknemers (dat is kenniswerkers én arbeidsmigranten) toe met 1,8 procent. Als we specifiek naar de arbeidsmigranten kijken dan zien we dat als het aantal banen met 1 procent groeit, het aantal arbeidsmigranten toeneemt met 3,7 procent.

Respondenten

Met 232 respondenten op een doelgroep van circa 88.000 (2024) arbeidsmigranten de respons relatief laag, 0.26%. Daarom is het belangrijk om bij de interpretatie van de resultaten er rekening mee te houden dat deze mogelijk een vertekend beeld geven. De respons van arbeidsmigranten op de vragenlijst is dus laag en in het kader van dit onderzoek zijn geen verdiepende gesprekken gevoerd met arbeidsmigranten.

De vragenlijst is voornamelijk ingevuld door arbeidsmigranten die werkzaam zijn via een uitzendbureau. Van de 232 respondenten werken er 222 via een uitzendbureau, in 8 gevallen zijn ze rechtstreeks in dienst bij de werkgever. In 2 gevallen is het onbekend of ze wel of niet via een uitzendbureau werken. Daarnaast valt het op dat de vragenlijst grotendeels door magazijnmedewerkers is ingevuld: in 140 van de 256 gevallen

De enquête is in totaal door 159 bedrijven ingevuld waarvan er 103 bedrijven actief met arbeidsmigranten. De provincie Limburg kent in totaal ongeveer 30 duizend bedrijven (CBS Statline) waar minimaal 2 werknemers actief zijn. Daarmee bedraagt de respons op onze enquête 0,34%. Het is lastig exact te duiden hoe representatief de respons op de enquête is, dat zal per bedrijfsactiviteit en regio verschillen, maar in het algemeen kan gesteld worden dat een foutenmarge van 8 procent in acht moet worden genomen (Berekend via SurveyMonkey). Het grootste deel van de respondenten werkt met arbeidsmigranten (62 procent). De meeste bedrijven die gereageerd hebben op onze enquête behoren tot het midden- en kleinbedrijf en hebben tot 10 medewerkers in dienst (42 procent).

In aansluiting op de totale bedrijfsgrootte van bedrijven in onze enquête zien we dat veel bedrijven met een relatief kleine groep arbeidsmigranten werkt. Meer dan de helft van de bedrijven die met arbeidsmigranten werkt, doet dat met een groep van 20 of minder arbeidsmigranten. In de respons zijn ook 13 bedrijven te vinden die meer dan 100 of zelfs 250 arbeidsmigranten in dienst hebben.

Stakeholders

Op termijn zou robotisering en automatisering impact kunnen hebben op de inzet van arbeidsmigranten, maar deze ontwikkelingen zien gesprekspartners nu en op korte termijn nog niet echt van de grond komen. De redenen lopen uiteen: het lukt simpelweg niet, het duurt te lang voor het rendabel is en het is – in ieder geval op korte termijn – duurder dan de inzet van arbeidsmigranten.

Tijdens een aantal gesprekken is naar voren gekomen dat er naast arbeidsmigranten ook andere doelgroepen zijn waar min of meer dezelfde opgaven voor gelden (wat betreft huisvesting en sociaal beleid). Het gaat bijvoorbeeld om statushouders en gevluchte Oekraïners. Het maakt de opgave voor gemeenten meervoudig en complex. Een aantal van hen gaf aan dat zij graag zien dat arbeidsmigranten ook als doelgroep aan de taakstelling van huisvesting toegevoegd worden.

Effectrapportage

Gemeenten hebben het idee dat een integrale afweging ontbreekt. Betrek bij ruimtelijke en economische keuzes ook domeinen zoals het sociaal domein. Ga na of het sociaal domein de middelen en capaciteit heeft om de toenemende instroom van arbeidsmigranten aan te kunnen en neem dat mee in de te maken keuzes. Dat sluit aan op de aanbevelingen van het Aanjaagteam ten aanzien van de ‘effectrapportage nieuwe bedrijvigheid’. Een dergelijke effectrapportage heeft tot doel om vroegtijdig inzicht te verkrijgen of er aan het gevoerde economische en ruimtelijk beleid een huisvestingsvraag verbonden is. Vanuit de VNG wordt geëxperimenteerd met effectrapportages bij nieuwe bedrijvigheid. Zo kunnen mogelijke knelpunten met betrekking tot huisvesting van arbeidsmigranten eerder worden gesignaleerd.

Motief

Op dit moment lijkt het inhuren van arbeidsmigranten financieel voordeliger dan investeren in robotisering en automatisering. Bedrijven huren arbeidsmigranten met name in omdat zij voor de openstaande functies die ze hebben geen Nederlanders kunnen vinden, mede om die reden worden de functies vaak al niet alleen voor Nederlandstalige mensen opengesteld. Het gaat om 61 procent van de respondenten die dit aangeeft. Daarnaast worden de specifieke kennis en vaardigheden die arbeidsmigranten bezitten als motief genoemd, waarbij een aantal bedrijven specifiek de positieve instelling en de motivatie van de arbeidsmigranten benoemen. Financiële redenen spelen maar bij enkele bedrijven een rol. Vaker is de flexibiliteit waarmee arbeidsmigranten ingezet kunnen worden een motief.

Link naar het rapport: https://limburg.bestuurlijkeinformatie.nl/Reports/Item/3a132ea2-f955-43a0-931c-efbd064f5713

Link naar het vorige slechte rapport: https://dossierarbeidsmigranten.nl/wat-een-slecht-rapport-decisio/

Link naar artikel van Flexmarkt: https://www.flexmarkt.nl/arbeidsmarkt/aantal-banen-steeg-in-2023-behalve-in-de-uitzendbranche/

Link naar artikel van de Limburger: https://www.limburger.nl/cnt/dmf20240229_95455879

View on Facebook

×