Column door Ewa van Rooij – Niepokulczycka – Het was groot nieuws, de Wet Toelating Terbeschikkingstelling van Arbeidskrachten (WTTA). Een ambitieus plan van het kabinet om de arbeidsmarkt eens flink op de schop te nemen. Maar, zoals zo vaak met ambitieuze plannen in Den Haag, ligt het alweer stof te happen nog voordat het goed en wel van de grond kwam. Waarom? Simpel: te veel belangen, te weinig lef.
Waren het de verkeerde aanpassingen?
De WTTA beoogde, zoals altijd met mooie woorden, een “eerlijkere” arbeidsmarkt. Klinkt geweldig, maar in werkelijkheid waren het vooral de werkgevers die zich zorgen maakten over toenemende administratieve lasten en de mogelijke gevolgen voor hun flexibiliteit. Voor de vakbonden daarentegen, waren de voorstellen juist weer te slap. En zo was iedereen ontevreden – een schoolvoorbeeld van ‘het iedereen een beetje naar de zin willen maken en dus niemand tevredenstellen’. De politiek nam geen standpunt en wat rest is een stapel papieren met goede bedoelingen maar zonder tanden.
De stopknop: politieke vertraging of bewuste keuze?
Sommige politici zullen zeggen dat dit uitstel het resultaat is van “grondige evaluatie.” Vertaling: politieke onwil om de knoop door te hakken. Want stel je voor dat je met zoiets als de WTTA misschien wat impopulaire maatregelen moet nemen. Dat werkgeversorganisaties steen en been klaagden over de impact op het bedrijfsleven, hielp natuurlijk ook niet mee. Maar als we eerlijk zijn, was de gedachte om de arbeidsmarkt radicaal te hervormen bij voorbaat al een ver-van-mijn-bed-show voor veel politici. En wie heeft er zin om zijn vingers te branden?
De nadelen en voordelen in balans?
Wat zijn dan de consequenties van het niet doorgaan van de WTTA? Een voordeel voor werkgevers is dat ze voorlopig nog kunnen rekenen op flexibele arbeidskrachten zonder de beperkingen van de WTTA-regels. En voor flexwerkers? Die blijven, zoals altijd, in het onzekere en worden vooral herinnerd aan hun plek op de ladder: handig, zolang ze niet te veel kosten.
Werknemers met een vast contract merken er waarschijnlijk weinig van, maar de vraag blijft of die vastigheid überhaupt nog wel van deze tijd is. De WTTA zou die vraag eindelijk eens aanpakken. Maar nee, die blijft lekker in de ijskast. Waarom iets veranderen als je het gewoon kunt laten zoals het is, toch?
De arbeidsmarkt van morgen: wie durft?
Een gemiste kans? Absoluut. Maar verrassend? Nee. Zoals zo vaak in Den Haag blijkt hervormen vooral uitstellen, polderen en afwachten tot de volgende crisis ons dwingt om alsnog iets te doen. Voorlopig kunnen werkgevers opgelucht ademhalen, terwijl flexwerkers en zzp’ers blijven ronddobberen in de grijze zones van tijdelijke contracten en wisselende regels. Ondertussen kunnen de malafide uitzendbureaus lekker doorgaan met het uitbuiten van kwetsbare arbeidsmigranten – de arme, onbeschermde groep zonder stem of steun die ons land draaiende houdt. Zij zijn wéér de klos. Dus, veel pompeus gepraat en een nieuwe mooie naam voor de bühne, maar geen enkele echte verandering.
De WTTA, bedoeld als een groots gebaar naar een eerlijkere arbeidsmarkt, ligt alweer op de politieke begraafplaats. Gelukkig mogen we trots zijn op ons land: deze zoveelste uitglijder laat opnieuw zien hoe ver we gaan voor een fatsoenlijk leven voor de mensen die onmisbaar zijn voor onze economie. Applaus voor de visie, applaus voor het doorzettingsvermogen van de Nederlandse regering. (Voor de nieuwe lezers onder ons: dit is inderdaad mijn sarcasme.)
Pozdrawiam Ewa