Column door Ewa van Rooij – Niepokulczycka – Er was eens een wethouder in Venray die een brief schreef aan de minister. Met bezorgdheid, zo stelde hij. Want de Tweede Kamer had een motie aangenomen om grootschalige huisvesting voor arbeidsmigranten tegen te gaan. En dat vond hij onverstandig. Arbeidsmigranten spelen immers een cruciale rol in onze economie, betoogde hij. Grootschalige huisvesting zou zorgen voor betere leefomstandigheden en sociale voorzieningen. Het zou zelfs helpen de wildgroei van onvergunde huisvesting te stoppen.
Klinkt prachtig, toch?
Maar zoals bij veel sprookjes, kloppen de details niet. Want een stichting die zich inzet voor Bewonersbelangen las de brief en viel van hun stoel. De werkelijkheid, zo schreven zij, is dat veel bedrijven die arbeidsmigranten inzetten nauwelijks bijdragen aan onze brede welvaart. Dat veel grootschalige huisvesting niet leidt tot betere omstandigheden, maar juist tot meer uitbuiting en overlast. Dat wethouders de oren laten hangen naar de uitzend- en huisvestingslobby, terwijl arbeidsmigranten zelf nog steeds in erbarmelijke situaties leven.
Laten we de feiten eens op een rij zetten. De wethouder beweert dat goed georganiseerde grootschalige huisvesting de oplossing is. Maar hoe realistisch is dat? Bedrijven die nu goedkope pandjes en schimmige constructies gebruiken, gaan echt niet ineens duurdere huisvesting afnemen. Die blijven zoeken naar de goedkoopste optie, desnoods onder de radar. En ondertussen worden er dus nóg meer migranten naar Nederland gehaald, zonder dat er structureel iets verbetert aan hun positie.
En wat te denken van de economische bijdrage van al die bedrijven die op arbeidsmigranten draaien? Distributiecentra die werken met bodemprijzen en nauwelijks iets toevoegen aan onze economie. Glastuinbouw die investeringen in innovatie uitstelt omdat goedkope arbeid voor het oprapen ligt. Een ‘cruciale rol in de economie’? Of een verdienmodel dat gebaseerd is op lage lonen en slechte omstandigheden?
De wethouder beweert ook dat grootschalige huisvesting voorkomt dat reguliere woningen worden ingenomen door arbeidsmigranten. Maar intussen wordt er wél een nieuw complex gepland in het buitengebied van Venray, waar migranten in kleine kamers zonder privacy worden ondergebracht. Is dát de oplossing? Mensen weggestopt in geïsoleerde blokken, ver van voorzieningen en samenleving? De commissie-Roemer waarschuwde hier al voor: grootschalige huisvesting leidt niet tot integratie, maar tot segregatie. Tot goedkope, tijdelijke krachten zonder perspectief, zonder rechten, zonder stem.
En laten we het even hebben over democratie. Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft deze motie gesteund, omdat de situatie van veel arbeidsmigranten simpelweg onhoudbaar is. Maar de wethouder vraagt de minister om dat besluit naast zich neer te leggen. Omdat het niet goed zou zijn voor ondernemers. Ondernemers die, zoals de stichting fijntjes opmerkt, al jaren profiteren van dit systeem, zonder verantwoordelijkheid te nemen.
Wie gelooft hier nog in sprookjes? In de belofte dat grootschalige huisvesting een wondermiddel is? In de mythe dat de arbeidsmigrantenproblematiek zichzelf oplost als we maar genoeg vergunningen uitdelen aan huismeesters die er goed aan verdienen?
Misschien is het tijd dat wethouders en beleidsmakers stoppen met luisteren naar de vastgoedlobby en eens echt gaan kijken naar de realiteit. Niet naar de glossy presentaties van ondernemers, maar naar de woonlocaties waar migranten elke dag moeten overleven. Misschien moeten ze niet de wensen van de uitzendbureaus verdedigen, maar de rechten van de mensen die hier werken en wonen.
Geen sprookjes meer. Maar feiten. En oplossingen die wél werken.
Pozdrawiam Ewa