Home » Over Nederlanders en wat we doen met buitenlanders: 4 praktijkvoorbeelden
Informatief

Over Nederlanders en wat we doen met buitenlanders: 4 praktijkvoorbeelden

Welingelichte kringen, 6 september 2025 – Bijna iedere Nederlander heeft een mening over buitenlanders. Meestal is die mening dat ze weg moeten. Maar zolang ze er zijn buiten we hen uit. We zeggen sorry voor de slavernij uit de 17e eeuw, maar die van nu vinden we prima. De goedkope Lukasz, Dawid, Iwan, Maria en werden het slachtoffer van onze lol in spotgoedkope arbeid.

Maria belandt onder een pallet van 1200 kilo. Er is amper zorg.

Maria werkt als orderpicker in een distributiecentrum. De vloer is druk: smalle paden, ronkende heftrucks en EPT’s die af en aan rijden. Targets drukken, pauzes zijn kort, instructies vooral in het Nederlands. Maria pakt een pallet op en steekt over. Een heftruckchauffeur denkt dat zij stopt; Maria denkt dat hij haar gezien heeft. Er is geen duidelijke voorrang, geen vaste looproutes of goed zicht op de kruising. In een oogwenk is het raak: aanrijding.

De nasleep is pittig: letsel aan been en rug, maanden uit de running, en met haar flexcontract verdampt zekerheid over loon, huis en zorg. Dan volgt het bekende spel: het uitzendbureau wijst naar de inlener, de inlener naar “drukte” en “ervaring”. Niemand heeft echt geborgd dat taal, tempo en verkeer in het magazijn veilig op elkaar zijn afgestemd.

De les uit Maria’s verhaal is helder: een distributiecentrum vraagt om één taal van veiligheid. Denk aan strakke, gemarkeerde looproutes, duidelijke voorrangsregels, snelheidslimieten en meertalige briefings. En bovenal: tempo mag nooit zwaarder wegen dan veilig werken. Dan pas voorkom je dat mensen als Maria letterlijk onder de wielen komen.

(alle voorbeelden zijn goed gedocumenteerd door de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en worden uitgebreider beschreven in dit rapport)

Lees hier verder (origineel bericht)
×