Home » Monica kreeg als arbeidsmigrant een arbeidsongeval: ‘Waarom ga je niet direct terug naar Polen?’
In de media

Monica kreeg als arbeidsmigrant een arbeidsongeval: ‘Waarom ga je niet direct terug naar Polen?’

Pointer, 3 oktober 2024 – Als je een arbeidsongeval krijgt, kan dat grote gevolgen hebben. Helemaal als arbeidsmigrant, omdat dan soms je woning of je verblijf in het land ervan afhangt. Bovendien is het voor arbeidsmigranten vaak onduidelijk welke rechten je hebt. Ook Monica kreeg een ongeval op werk. Als medewerker van een distributiecentrum raakt ze ongelukkig gewond aan haar hand. “‘Waarom ga je niet direct terug naar Polen?’ zeiden ze.” 

Begin 2023 bezoekt Pointer-journalist Wil van der Schans Monica. Ze ontvangt hen zeer vriendelijk en zoals bij veel Poolse mensen staat de koffie en het lekkers al klaar. Maar met de nodige moeite schenkt Monica de koffie in. Het moet met haar linkerhand, haar rechterhand zit nog in een ‘brace’ na een tweede operatie drie weken daarvoor. Ze loopt inmiddels anderhalf jaar lang rond met een gewonde hand. De oorzaak: een arbeidsongeval.

Ondermelding

Het aantal arbeidsongevallen per jaar in Nederland lijkt mee te vallen. Arbeidsongevallen moeten gemeld worden bij de Arbeidsinspectie als er sprake is van overlijden, ziekenhuisopname of blijvend letsel. Die aantallen liggen al jaren rond de 2000 meldingen, bij de laatste telling voor het jaar 2023 ging het om 2094 ongevallen. Maar er is ook een grote blinde vlek.

In 2023 meldde de Rekenkamer na een onderzoek (‘Focus op onveilige werkomstandigheden’) dat er een ondermelding van 52 procent is. Dit bleek al ruim 20 jaar bij de Arbeidsinspectie bekend. Volgens de Rekenkamer is de kans groot dat die blinde vlek nog groter is dan gedacht en vormt dit een extra risico voor uitzendkrachten en arbeidsmigranten. Omdat er juist over deze groepen weinig gemeld wordt, is de kans op aanpassingen voor hun veiligheid op de werkvloer bijzonder klein.

In dienst, maar zonder bescherming

Monica is één van deze arbeidsmigranten. Ze woont sinds 2021 vast in Nederland, daarvoor heeft ze vier jaar als arbeidsmigrant in Londen gewerkt. Haar eerste ervaringen in Nederland waren, net als bij zoveel andere arbeidsmigranten, ronduit slecht. Toen ze bij een eerste baantje via een uitzendbureau werd ontslagen, werd ze ook direct uit haar tijdelijke woning gezet. De les die ze daaruit trok: nooit meer een woning via een baan. Samen met haar partner zocht ze een andere woning en daar wonen ze nu nog.

Na verschillende andere baantjes, werkt ze sinds eind 2022 via een uitzendbureau in een distributiecentrum van een groot woonwinkelbedrijf. In eerste instantie naar volle tevredenheid, vertelt Monica. “Het was lekker dichtbij, ik kon er op de fiets naartoe. En het werk was niet ingewikkeld of zwaar. De eerste weken moest ik vrij simpel etiketten scannen, en daarna werd ik geplaatst op de afdeling waar kussens en dekens voor tuinmeubelen lagen. Echt licht werk, dat geen enkel probleem opleverde.”

‘Ik weigerde daar te werken’

Maar in maart vorig jaar ging het mis. Ze werd bij de coördinator geroepen. “Hij zei dat ik vanaf de volgende dag op de afdeling moest werken waar juist zware producten verzameld worden. Ik ben zelf maar rond de 58 kilo, en die dozen waren tussen de 30 en 50 kilo, veel te zwaar voor mij dus”, aldus Monica. Bij aanvang van haar werk voor de woonwinkel was haar bovendien toegezegd dat ze nooit op die afdeling geplaatst zou worden. Terecht ook, want de arbeidsregels verbieden zwaar tilwerk. Het is geen wettelijk verbod, maar er zijn wel Europese normen vastgelegd voor vrouwen en mannen.

“Dus ja, ik weigerde, ik wilde daar echt niet gaan werken”, aldus Monica. Maar zo simpel lag het niet. “Ze dreigden dat ik de volgende dag niet meer hoefde te komen, als ik het niet zou niet zou doen.” En met een inleencontract via een uitzendbureau kan dat eenvoudig.

Zwaar, zwaarder, té zwaar

De volgende dag begon Monica dus op de afdeling ‘zware’ spullen. Je kent ze wel, van die onmogelijk grote dozen volgestouwd met onderdelen en een vaak onbegrijpelijke handleiding voor tafels en garderobekasten. Bij de eerste twee orders ging het nog goed, legt Monica uit. “Maar bij de derde ging het fout. Het was een grote zware doos met een garderobekast die ik uit een stellingkast moest pakken. Hij begon te kantelen en viel richting m’n hoofd, maar gelukkig kon ik het afweren met m’n hand.” Aan de ene kant geluk dus, want de zware doos viel niet op haar hoofd, maar aan de andere kant pech, want hij viel m, zoals et veel kracht op haar rechterhand.

Uit de roulatie

En nu anderhalf jaar later, bij het tweede kopje koffie, vertelt Monica wat de gevolgen voor haar waren. “Geen yoga meer, niet meer fietsen, minder huishouden, lastig om boodschappen te doen. Eigenlijk merk je pas als je hem mist, hoe vaak je je hand nodig hebt. Ik trek ook nooit meer een bloesje met knopen aan.”

In eerste instantie dacht Monica nog dat er niet veel aan de hand was. “Ja, het deed flinke pijn, maar na controle in het ziekenhuis bleek gelukkig dat m’n botten niet gebroken waren. Ik dacht toen echt: na vier weken kan ik weer aan het werk.”

Waar ze wel flink van is geschrokken, is de reactie van haar werkgever en het uitzendbureau. “De ene zei: ‘Waarom ga je niet direct terug naar Polen?’ En de andere zei dat ik blij mocht zijn dat ik een eigen huis heb, anders stond ik de dag erna op straat.”

Aanbod

Maar Monica is gelukkig mondig genoeg om haar boontjes te kunnen doppen. Ze vindt via internet een letselschadebureau dat in overleg gaat met de werkgever. “Maar zij kwamen met een bedrag van 5000,- euro om de schade af te doen, terwijl op dat moment nog behoorlijk onduidelijk was wat er nu precies aan de hand was en hoe lang dit ging duren.”

Ze heeft de overeenkomst dus niet getekend. Achteraf is dat maar goed ook, concludeert ze na anderhalf jaar ellende. “Mijn hand bleef maar pijn doen en na meerdere controles bleek dat mijn pezen geraakt waren. De ontstekingen bleven zwellingen veroorzaken en ik had flinke pijn. Pas nu na een nieuwe operatie, is er zicht op herstel.”

Ze ontving gedurende deze periode wél een ziekte-uitkering van het UWV. In overleg met het UWV is ze ook gestart met vrijwilligerswerk bij een Kinderboerderij, om te kijken welk werk ze weer aankan. Maar de voorlopige conclusie is dat het nog niet zover is. Monica is nu bezig met Nederlands leren, het liefst zou ze bijvoorbeeld bij een callcenter gaan werken.

Lees hier het originele bericht
×