Op 26 mei j.l. werd er in Sevenum, gemeente Horst aan de Maas, een informatieavond gehouden over arbeidsmigratie, Greenport en de Omgevingswet. Voorzitter van Stichting Bewonersbelangen Arbeidsmigratie Joost van Woelderen gaf een speech waarin hij uitleg gaf over de scherpe kantjes van arbeidsmigratie. Met daarin de vraag: Hoe verder?

De speech:
Voor het eerst kwamen arbeiders naar de Tweede Kamer om er hun verhaal te doen. Ze vertelden over ouderen die geen pensioen hadden, maar steeds minder kregen betaald, want hun productiviteit ging achteruit, en dus bezweken ze uiteindelijk, soms zelfs letterlijk, tijdens het werk. Over hete ovens waarbij zelfs de natte doeken die arbeiders ter bescherming om hun hoofd bonden verschroeiden, en in de buurt waarvan de fabrikant zijn jachthonden of zijn rijpaard niet zou wagen.
En over fabriekseigenaren die hun arbeiders sloegen en expres gevaarlijk werk lieten doen.
De verslagen van de enquêteverhoren veroorzaakten een schokgolf in de pers. Hoe was dit mogelijk in Nederland? Voor de fabrikanten en ondernemers in Nederland was die aandacht slecht nieuws. Tot die tijd waren ze erin geslaagd een beeld te creëren van ‘een rustig tevreden land waar geen wantoestanden bestonden zoals in andere landen, waar geen kinderen afgebeuld werden en waar de arbeiders met de pet in de hand hun plaats wisten.’
Ze zagen de bui al hangen: Aandacht voor de slechte arbeidsomstandigheden zou leiden tot nog meer regels, wetten en overheidsbemoeienis.
En inderdaad: De enquêtecommissie pleitte in haar eindrapport niet alleen voor de instelling van fabrieksinspecteurs, maar ook voor de uitbreiding van de wetgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn van arbeiders.
Dat was tegen het zere been van de industriëlen, die gewend waren om in alle vrijheid te ondernemen.
Komt u dit enigszins bekend voor? Wat u zojuist hoorde, was een beschrijving van de situatie in 1887. Het is een stukje uit het boek “Onder ons” dat Follow the Money recent heeft uitgegeven.
De ingrediënten die arbeidsmigratie vandaag de dag tot een heftige discussie maken, zijn dus niks nieuws.
Misschien wel het meest opvallende, is het gegeven dat de fabrikanten en industriëlen bewust een beeld hadden neergezet waarin hun fabrieken en de omstandigheden als keurig werden weggezet. Niks om je zorgen over te maken. Maar de praktijk was een stuk weerbarstiger. En zo is het met arbeidsmigratie nu ook precies.
De uitzend- en huisvestingslobby heeft net als de fabrieksbazen uit 1887 een niks aan de hand – beeld gecreëerd:
“Arbeidsmigratie is nodig want zonder al die handjes kunnen we niks meer in Nederland”
“We moeten grootschalig gaan bouwen, want we hebben zoveel bedden nodig.”
“Wij hebben keurmerken, dus onze arbeidsmigranten worden altijd goed behandeld.”
“Kom kijken in onze huisvesting, dan zal je zien hoe prettig het er is.”
En toch is er nog wel iets uit de overlevering blijven hangen want:
“Als de overheid ons teveel regels oplegt, wil straks niemand meer arbeidsmigranten naar Nederland halen.”
De grote vraag is: Hebben we wel zoveel arbeidsmigranten nodig in Nederland?
Laten we met een voorbeeld eens bekijken waar we op dit moment mee bezig zijn.
De Babyboom generatie begint stevig op leeftijd te raken. Om hen te kunnen verzorgen, hebben we straks veel verplegend personeel nodig. Dat staat vast. De ons omringende landen zijn nu actief in het buitenland aan het werven en leiden mensen op. Nederland doet dit niet.
We zeggen wel dat we vakkrachten nodig hebben, maar in plaats daarvan laten we uitzendbureaus ontelbaar veel onopgeleide mensen uit het buitenland halen om hier laaggeschoold productiewerk te komen doen.
We hebben nu dus een enorme concentratie grote logistieke dozen, waarvan de inhoud grotendeels niet eens voor Nederland bestemd is. Zo’n schoenendoos laat zich niet zo gemakkelijk ombouwen tot luxe verzorgingstehuis. Bovendien zou het personeel dat nu in de logistiek werkt niet direct geschikt zijn als verzorgers. Velen spreken zelfs geen Engels of Duits; laat staan Nederlands.
De inzet van arbeidsmigranten is ook zoiets:
Terwijl men structurele werkplekken heeft, willen deze bedrijven het liefste tijdelijke krachten. Waarom? Zo verdient men het meeste aan de arbeidsmigrant, die een laag loon houdt geen rechten opbouwt. Mensen worden dus constant rondgepompt tussen bedrijven en ook tussen woonplekken.
Als je nu graag wil dat mensen integreren in Nederland en hier een bestaan opbouwen, dan is dit de perfecte manier om dat te voorkomen. Want mensen die constant bezig zijn met het hoofd boven water houden, zonder enige vorm van zekerheid, die zie je niet terug bij het Nederlandse taalklasje.
Wat vooral als een paal boven water staat: we halen op deze manier meerdere mensen naar Nederland voor één vaste werkplek. We halen dus meer mensen dan we nodig hebben. Het is bovendien problematisch hoe we onze internationale werknemers selecteren.
Die selectie is vaak een lachertje. Mensen worden in hun thuisland geronseld door recruiters die haast geen vragen stellen. Ze worden niet zelden aangenomen door het uitzendbureau als het busje nog onderweg is naar Nederland. Vervolgens ziet men hier wel wie er bevalt en wie niet. Zij die worden afgedankt verliezen hun huisvesting en zorgverzekering. Dat leidt tot heftige situaties en veel daklozen.
Zo werd er vorig jaar in Roosendaal een moord gepleegd door een Poolse arbeidsmigrant. Inmiddels is de rechtszaak begonnen en komen de details naar boven:
De verdachte blijkt een hoger opgeleide man die in Polen heftig aan de drank was geraakt en door een lokaal uitzendbureau naar Nederland was gehaald. De vraag is: Was hij ook in Nederland terecht gekomen als deze meneer op een sollicitatiegesprek had moeten verschijnen voordat hij afreisde?
We hebben in ons land sectoren gecreëerd die enkel bestaansrecht hebben omdat we er arbeidsmigranten aan het werk houden. In de aflevering van “de onmisbaren” van 9 januari werd deze nieuwe lage-lonen economie heel knap in beeld gebracht. Mocht u de uitzending hebben gemist, dan is terugkijken echt een must.
Toch is er geen ontkennen aan dat arbeidsmigratie in Nederland noodzakelijk is. Dat was het altijd al (denkt u maar eens aan de gastarbeiders die fantastisch werk hebben verzet) en dat zal zo blijven.
Maar we moeten gaan focussen en toekomstgericht gaan denken.
- Waar hebben we echt mensen nodig?
- Welke economie willen we zijn?
Deze vragen spelen nationaal, regionaal en ook lokaal. Daarbij hoort ook de vraag: Wat brengt een bepaalde sector ons nu echt?
Om nog maar even bij de logistiek te blijven: Als die bedrijven draaien op arbeidsmigranten die het minimumloon verdienen en de winsten op transfertarieven het land verlaten, dan blijft er voor de gemeente niet veel meer over dan de WOZ belasting. En de Haagse schatkist wordt niet gevuld.
En het netto resultaat is dan negatief, want ondertussen moeten er steeds meer daklozen opgevangen worden, is er een grote belasting voor handhaving en politie en loopt de spoedeisende hulp over. En dan heb ik het nog niet eens over de overlast die buurtbewoners ervaren en de toegenomen krapte op de woningmarkt omdat uitzendbureaus woningen opkopen en er (vaak illegaal) hun werknemers in huisvesten.
Wat ik hiermee wil zeggen is dit: arbeidsmigratie in goede banen leiden is ook nadenken over de bedrijven die zich willen vestigen. Wat brengen ze echt? En waar zullen de werknemers worden gehuisvest?
Ondertussen mogen we constateren dat we al middenin dit scenario zitten en dat er heel veel mensen opgehokt zitten in illegale huisvesting. Mensen die veel te weinig zekerheid hebben. Die mensen verdienen beter.
En beter… Dat begint bij de aanbevelingen van Emile Roemer. Het is daarom ook mooi om te zien dat de provincie Limburg er werk van maakt om die aanbevelingen om te zetten in regelgeving. En het beleid waar bij jullie binnenkort over gestemd gaat worden, is zeker ook een stap de goede richting uit.
Dat is overigens een richting die over niet al te lange tijd verplicht zal worden vanuit Den Haag. Het is dus goed als er op lokaal niveau al op wordt voorgesorteerd.
Dus concreet:
- Laten we proberen om foute praktijken zo veel als mogelijk te ontmoedigen. Handhaving is het allerbeste middel. Dat heeft de gemeente Venray mooi laten zien door 180 arbeidsmigranten weg te sturen van een camping waar ze illegaal en onder slechte omstandigheden verbleven.
- Wees ervan bewust dat elk bed dat we toevoegen, zal worden opgevuld. Het is dus zaak om middels handhaving slechte bedden op te ruimen en goede bedden pas dan toe te voegen.
- Kijk bij het vergunnen van huisvesting voor arbeidsmigranten goed naar de locatie en speel hier geen spelletjes met de term “tijdelijke bewoning” waardoor mensen ineens mogen verblijven op locaties waar normaal niemand mag wonen in verband met geur, geluid en of gevaar.
- We willen graag dat arbeidsmigranten integreren. Tegelijk bouwen we vooral huisvesting waar arbeidsmigranten tijdelijk, dus vaak maar een paar maanden, mogen wonen. Als we integratie echt zo belangrijk vinden, laten we dan ook huisvesting bouwen waar mensen langer mogen verblijven en zich in kunnen laten schrijven. Dit geeft veel meer bestaansrecht voor de internationale werknemer.
- Kijk ook heel goed naar wie de investeerder is. Is het echt een betrouwbare partij met een zuiver doel? Het zal niet voor het eerst zijn dat men een gedeelte van de gerealiseerde huisvesting voor arbeidsmigranten verhuurt aan het COA, omdat dat nog meer geld oplevert.
- Vergeet niet dat het huisvesten van arbeidsmigranten een keihard verdienmodel is en dat dit dus ook de partijen aantrekt die geld verdienen belangrijker vinden dan humane huisvesting.
Tot slot: De vorm van arbeidsmigratie waarmee we momenteel in Nederland heel veel te stellen hebben, is er eentje die alle hoeken van onze economie en van de samenleving raakt. Doordat dit veel te lang aan de vrije markt is overgelaten, hebben we een complexe situatie gecreëerd. Als we willen zorgen dat Arbeidsmigranten het in ons land goed krijgen en we allemaal over een paar jaar nog prettig kunnen samenleven, dan zal dat enkel gaan door nu te beginnen met verandering.
Die verandering zal niet pijnloos zijn. Het is dus een kwestie van visie en doorzettingsvermogen.
Ik geloof dat we dat als land kunnen en in Horst aan de Maas worden de eerste paaltjes voor die betere samenleving met een beetje geluk op 3 juni de grond in geslagen.
Dank voor uw aandacht.