‘Toen we hier pas woonden kon je in de verte nog De Knoepert zien liggen’, zegt Marijke Hirs (73). ‘We’ zijn Marijke en haar man Adri Lukker (75). ‘Hier’ is de verbouwde boerderij van Marijke en Adri aan de Zeesweg in Sevenum waarin ze sinds 1984 wonen. De Knoepert in Blerick was tot aan zijn sloop in 1999 de grootste flat van Nederland. Ook Bernadette Minten-van de Riet (63) had jarenlang zicht op De Knoepert. Ze woont al haar hele leven aan de Venloseweg, met een beetje fantasie zou je haar de achterbuurvrouw van Marijke en Adri kunnen noemen. Bernadette herinnert zich zelfs dat de Venloseweg niet meer dan een zandweg was. Uit mijn eigen jeugd staat me de eindeloze lege vlakte tussen Sevenum en voormalig woonwagenkamp De Römer nog helder voor de geest. Hoe anders is het nu.
Het is donderdagavond. We zitten met z’n vieren aan de keukentafel van Marijke en Adri. Ruim twee uur. Om te praten over de ontwikkelingen in het gebied rondom de Zeesweg en de Venloseweg. Het gesprek verloopt zoals een goed keukentafelgesprek behoort te verlopen: volkomen ongestructureerd. Feiten, anekdotes, geruchten, krantenknipsels, herinneringen, foto’s, beschuldigingen en wat dies meer zij vliegen over tafel. Zo’n feit is bijvoorbeeld dat van de eindeloze lege vlakte tussen Sevenum en Blerick niets meer over is. In steeds hoger tempo zijn beide plaatsen elkaar genaderd. Wat leeg was is volgebouwd met grootschalige bedrijvigheid, veelal gevestigd in megalomane hallen, cynisch genoeg allemaal onder de benaming Greenport. De definitieve bezegeling van de eenwording van Sevenum en Blerick staat voor de deur. In het geval van de Lukkers zelfs letterlijk: de voorbereidingen om de vijftien hectare tussen Venloseweg, Zeesweg en Dorperdijk vol te bouwen met immense, minimaal vijftien meter hoge hallen van de van oorsprong Franse logistiekgigant Geodis zijn in volle gang. Adri: ‘Vorig jaar zaten daar nog kraanvogels te foerageren.’
Dat de veelvraat die Greenport heet intussen ook zijn oog zou hebben laten vallen op ’t Hetje – zeg maar het gebied tussen Zeesweg en Molenbeek – is vooralsnog niet meer dan een gerucht. Mocht dit werkelijkheid worden dan zouden de Lukkers het veld moeten ruimen, inclusief de deels openbare groene oase die ze op hun perceel tot stand hebben gebracht.
Ik proef bij Marijke, Adri en Bernadette van alles: onbegrip, cynisme, strijdbaarheid, verbittering. Toch is de overheersende gemoedstoestand denk ik verdriet. Verdriet om wat hen persoonlijk is en wordt aangedaan. Maar misschien nog wel meer verdriet om de overrompelende snelheid waarmee de belangen van de buurtbewoners en het landschap worden platgewalst, om het welbewust verstoren van een eeuwenoude balans, om het gehuichel van bestuurders, om het altijd maar weer vooropstellen van het economisch belang, om de leugentjes, om de teloorgang van de menselijke maat, om de politiek die het allemaal maar heeft laten gebeuren, om het genadeloos vernietigen van kleinschaligheid. Bernadette, met een variant op een aloude Sevenumse slogan: ‘Zaerum waas biëstig schoeën!’
Wat Marijke, Adri en Bernadette precies vrezen van Klavertje 5, de verhullende benaming van dit onderdeel van Greenport? Verslechtering van de leefbaarheid door geluidsoverlast en lichtvervuiling. En door een enorme toename van zwaar vrachtverkeer – wat wil je anders met 102 laaddoks in de planning? Arbeidsmigranten zijn niet hun grootste angst. Marijke: ‘Wij zijn hier ook ooit vanuit het westen naartoe verhuisd als arbeidsmigranten.’
Ze voelen zich verjaagd, niet gehoord, in de steek gelaten door de gemeente. Toch hebben ze nog altijd hoop dat de Raad van State een stokje voor de vestiging van Geodis zal steken. Denk trouwens niet dat ze tegen elke vorm van bebouwing zijn. Het is het grove geweld van nu dat hun tegen de borst stuit, met bijvoorbeeld een woonwijk zouden ze bijvoorbeeld goed kunnen leven.
Waar de dreigende ruimtelijke ontwikkelingen de afgelopen jaren wel toe hebben geleid: de buurtbewoners hebben een veel hechtere onderlinge band gekregen. Aanvankelijk streed iedereen voor zijn eigen zaak, maar geleidelijk drong het besef door dat ze samen sterker staan.
Een dag later fiets ik nog eens door het gebied om wat foto’s te maken. Nu al is de verkeersdrukte er groot. Als je hier het afgelopen jaar niet meer bent geweest, ben je binnen de kortste keren je oriëntatie kwijt. Het schaamgroen, een passender woord dan de bestuurlijke term ‘landschappelijke inpassing’, is al aangeplant.
Verdrietig allemaal inderdaad. Gelukkig zijn er ook tekenen van strijdbaarheid te zien.
Gepost door Wim Moorman op Horst-sweet-Horst