Column door Ewa van Rooij – Niepokulczycka – “Ze slapen met z’n zessen op een kamer”, “Ze werken zwart, betalen geen belasting”, “Ach, dat zijn gewoon expats met een overall.”
Zomaar wat uitspraken die ik het afgelopen jaar heb gehoord. In het café, op een verjaardag, of onder een nieuwsbericht op sociale media. En elke keer denk ik: we praten over mensen, maar behandelen ze als een categorie. En erger nog: als een probleem.
Het verschil
Laten we het eens hebben over het verschil tussen een arbeidsmigrant en een expat. Want ja, ze komen allebei uit het buitenland en ja, ze werken allebei in Nederland. Maar daar houdt de vergelijking op.
Een expat is doorgaans iemand met een goedbetaalde baan in de internationale sector. Denk aan tech, finance of multinationals. Ze worden gehaald – en vaak zelfs verleid – met relocation packages, huisvesting, belastingvoordelen en een expat community om zich heen. Er is champagne bij aankomst en een HR-manager die alles regelt.
Een arbeidsmigrant komt meestal uit Midden- Oost- of Zuid Europa, werkt in de logistiek, bouw, land- en tuinbouw of productie. Hij of zij wordt geworven via een uitzendbureau, moet vaak direct beschikbaar zijn, woont in tijdelijke huisvesting en verdient het minimumloon of daar net boven. Er is geen HR, geen welkomstpakket, geen privileges. Alleen werk, lange dagen en de hoop op een betere toekomst.
Wat veel mensen niet weten, is hoe afhankelijk deze mensen zijn van het uitzendbureau. Werk, woonplek en vervoer zijn vaak in handen van één partij. Die bepaalt niet alleen hoeveel uren je krijgt, maar ook of je überhaupt blijft. Klagen over slechte werkomstandigheden of huisvesting? Dan kun je morgen zonder uitleg op straat staan, én uit je woning worden gezet.
Toch worden deze mensen – arbeidsmigranten – vaak over één kam geschoren met expats of juist met economische vluchtelingen. Er is een gebrek aan nuance. En dat gebrek opent de deur naar misverstanden.
Hardnekkige vooroordelen
“Ze betalen geen belasting.”
Onjuist. Arbeidsmigranten die hier legaal werken, worden gewoon belast. Ze betalen gewoon loonbelasting en voor hun ziektekostenverzekering net als jij en ik.
“We hebben deze mensen nodig.”
Ook niet waar. In sectoren zoals de tuinbouw, distributiecentra en vleesverwerking zijn al inderdaad tekorten. Niet omdat Nederlanders niet kúnnen werken, maar omdat ze deze banen niet wíllen doen onder deze omstandigheden. Dat wil zeggen slecht betaald, nauwelijks haalbare targets, onzekere contracten zonder uitzicht op vastigheid, niet ziek mogen worden.
“Ze wonen met z’n tienen in één huis omdat ze dat gezellig vinden.”
Nee. Ze wonen vaak zo omdat het uitzendbureau dit op deze manier voor ze regelt. Sommige werkgevers verdienen zelfs grof geld aan deze huisvesting. Ze wonen daar niet uit vrije keuze dus, maar uit noodzaak.
“Ze kunnen toch gewoon een andere baan zoeken?”
In theorie wel. In praktijk niet. Hun werk en huis zijn aan elkaar gekoppeld. Wie zijn baan verliest, verliest ook zijn bed. Het gebeurt regelmatig dat mensen binnen één dag op straat staan. Geen opzegtermijn, geen vangnet, geen sociaal netwerk. Van werkvloer naar stoep – letterlijk.
Het wordt tijd dat we deze mensen zien zoals ze zijn: werkers. Mensen met dromen, verplichtingen, gezinnen. Ze brengen hun tijd, hun lichaam, hun energie. Geen champagne en HR-manager, maar een regenjas, werkschoenen en elke ochtend vroeg op.
Laten we stoppen met de verwarring tussen “expat” en “arbeidsmigrant”. Het verschil zit niet alleen in het paspoort, maar in de positie. En in de manier waarop wij erover praten.
Want woorden doen ertoe.
Zalig Pasen, even stilstaan
Ik wens iedereen een zalig Pasen. Een moment van rust, bezinning, en misschien ook van hoop.
Terwijl we genieten van een brunch, een wandeling of gewoon wat stilte, wil ik jullie uitnodigen om even stil te staan bij iets anders. Wat betekent het eigenlijk om arbeidsmigrant in Nederland te zijn? Om ver van huis te werken, vaak keihard, soms onzichtbaar. Om uitgebuit te worden op je werk terwijl je nauwelijks de tijd of ruimte krijgt om tot rust te komen.
Pasen is een tijd van nieuw begin. Misschien kunnen we juist nu de ruimte maken om met andere ogen te kijken – met meer begrip, meer compassie.
Pozdrawiam Ewa