Column door Ewa van Rooij – Niepokulczycka – Ze kwamen voor het werk. Voor een seizoen. Voor “even bijspringen”. Met koffers vol hoop en koffiemokken van thuis.
Soms spraken ze wat Nederlands, soms alleen Pools, Bulgaars of Roemeens. Maar altijd spraken ze de taal van inzet. De taal van vroeg opstaan, stil zijn, doorwerken, niet zeuren.
Vijftien jaar later zijn ze er nog steeds.
Nog steeds tijdelijk. Nog steeds bijzaak. Nog steeds onzichtbaar.
Ze wonen in vakantieparken die nooit bedoeld waren voor lange winters. In omgebouwde rijtjeshuizen met stapelbedden achter de gordijnen. Op papier ‘tijdelijk’, in praktijk permanent. Wie zijn briefadres verliest, verliest ook zijn zorgverzekering. Zijn rechten. Zijn bestaanszekerheid.
Ze betalen hun huur aan het uitzendbureau. Vervoer ook. Vaak blijven er na alle inhoudingen maar een paar honderd euro over. Voor mensen die wél fulltime werken. En niemand controleert echt, want de regels zijn ingewikkeld en het systeem is gebouwd op vaagheid.
Wat ooit “flexibiliteit” heette, is nu een draaideur. Niemand komt er echt doorheen. Blijven mag, zolang je geen plek opeist. Geen vragen stelt. Geen last wordt.
Ziek? Pech. Zwanger? Onhandig. Te mondig? Exit.
Er is altijd weer iemand anders. Jonger. Goedkoper. Nog stiller.
We praten over arbeidsmigranten alsof het dozen zijn in een distributiecentrum. Hoeveel kunnen we kwijt? Waar zetten we ze neer? Wat kosten ze? En als de dozen stuk zijn of niet meer nodig? Dan gaat de deur weer open.
Maar het zijn geen dozen. Het zijn mensen. Ze hebben kinderen in eigen land. Of hier, met een BSN en een juf die hun naam nog verkeerd uitspreekt. Ze hebben lichamen die moe worden. Harten die breken. En dromen die steeds vaker botsen op muren van onverschilligheid.
Ze kwamen tijdelijk. Ze bleven. Maar ze kwamen nooit echt aan.
En wij? Wij bouwen ons systeem op hun ruggen. We willen hun arbeid, niet hun aanwezigheid. Hun spierkracht, niet hun stem.
Zelfs hun problemen mogen we niet zien, want dan zouden we ze moeten oplossen.
Gemeenten zeggen: “Niet hier.” Politici zeggen: “Te veel.” Werkgevers zeggen: “Zonder hen redden we het niet.” Maar niemand zegt: “Ze horen erbij.”
Tijd dat wij aankomen. Bij het besef: wie werkt, hoort erbij. Punt.
Want mensen verdwijnen niet als je wegkijkt. Ze worden alleen makkelijker genegeerd.
Pozdrawiam Ewa