Financieel Dagblad 8 november 2023
In het kort
- De Hoge Raad vernietigt een uitspraak van de Ondernemingskamer in zaak tegen de onlinetak van Albert Heijn.
- De or van het winkelconcern moet voortaan inspraak krijgen bij grootschalige inhuur uitzendkrachten.
- Werkgevers bestuderen de uitspraak nog om te kijken wat het voor hen betekent.
Het conflict draaide om de vraag of de or adviesrecht heeft bij de contracten die de onlinetak van AH afsluit met uitzendbureaus om zijn distributiecentra te bemensen. In zogeheten ‘raamovereenkomsten’ met de uitzendbureaus worden de voorwaarden en beloning vastgelegd waartegen AH eCommerce uitzendkrachten inhuurt.
Tenderprocdure
De webwinkel van AH zet om de twee jaar een tender uit bij uitzendbureaus. Zo’n 90% van de circa 9500 mensen die door AH eCommerce worden ingehuurd om online bestelde boodschappen klaar te zetten voor klanten, is uitzendkracht. Vaak gaat het om arbeidsmigranten.
Vorig jaar zette eCommerce opnieuw een tender uit. Op basis van de uitkomst sloot het bedrijf een raamovereenkomst met vier uitzendbureaus. Drie daarvan hadden al eerder zo’n overeenkomst met AH eCommerce. Toen de betreffende directeur de or daarover informeerde, tekende die bezwaar aan omdat de raad herhaaldelijk erop had aangedrongen bij de procedure te worden betrokken.
Lees het volledige artikel hier