Home » Short Stay maakt arbeidsmigranten afhankelijk en lijkt bovendien onwettig
Stichting Bewonersbelangen Arbeidsmigratie

Short Stay maakt arbeidsmigranten afhankelijk en lijkt bovendien onwettig

Veruit de meeste arbeidsmigranten die naar ons land komen voor laagbetaald werk krijgen woonruimte aangeboden van het uitzendbureau dat ze in dienst neemt. Het gaat meestal om kamers die gedeeld moeten worden, in woningen of gebouwen waar al veel arbeidsmigranten verblijven. Het uitzendbureau stelt dan een bed ter beschikking zolang het arbeidscontract duurt.

Verbod op gekoppelde werk- en huurcontracten

Sinds 2023 kent ons land de Wet goed verhuurderschap. In deze wet staat: In het geval van verhuur van verblijfsruimte aan arbeidsmigranten [ .. ] de huurovereenkomst afzonderlijk van de arbeidsovereenkomst is vastgelegd.

De memorie van toelichting bij deze wet verschaft meer duidelijkheid over dit belangrijke punt. Daarin staat het volgende

De koppeling tussen de twee contracten zorgt ervoor dat de verhuurovereenkomst automatisch eindigt wanneer de arbeidsovereenkomst eindigt. De verplichting om de huurovereenkomst zelfstandig schriftelijk vast te leggen maakt dat dit niet langer automatisch het geval is. Dat draagt bij aan een sterkere positie van de arbeidsmigrant;  

Er is ook een Engelstalig leaflet van het Ministerie van Sociale Zaken waarin het heel duidelijk staat:

Het is duidelijk: het arbeidscontract en het huurcontract moeten strikt van elkaar gescheiden zijn.

Short Stay voor arbeidsmigranten lijkt onwettig omdat het arbeidscontracten en huurcontracten koppelt. Dit is in strijd is met de Wet goed verhuurderschap.

Uitzendbureaus verhuren hun woonruimten aan arbeidsmigranten op basis van een huurovereenkomst naar de aard van korte duur. Dat isde officiële benaming van short stay-verhuur.  De verhuurders hebben nadrukkelijk de bedoeling dat huurovereenkomsten met arbeidsmigranten op elk moment kunnen worden opgezegd. De verhuurbedrijven en veel uitzendbureaus willen absoluut niet dat hun huurders huurbescherming krijgen.

Toch koppeling van contracten en geen huurbescherming

Helaas hebben uitzendbureaus het eerdergenoemde artikel uit de Wet goed verhuurderschap tot nu toe naast zich neergelegd.

Arbeidsmigranten die via uitzendbureaus een bed huren moeten de huisvesting verlaten zodra het werk ophoudt. Dit staat ook duidelijk vermeld in het huurcontract, namelijk:

Het uitzendbureau [naam] stelt gedurende de arbeidsovereenkomst huisvesting ter beschikking’.

Of een variant hierop met dezelfde strekking. Zo’n huurcontract eindigt dus tegelijk met het arbeidscontract of het in beste geval een paar weken na ontslag.

Short stay verhuur van kamers was oorspronkelijk bedoeld voor verblijf in een hotel, of een ander tijdelijk recreatief verblijf. Hierbij staat vast dat de gast een kamer voor een aantal dagen huurt, en dus geen recht op huurbescherming heeft.

Het mag duidelijk zijn: Een arbeidsmigrant verblijft niet in Nederland voor recreatie en het huurcontract is niet ‘naar de aard van korte duur’ omdat het gaat om het structureel huisvesten van werknemers. De Wet goed verhuurderschap verbiedt het om de huur op te zeggen zodra de arbeidsrelatie eindigt. Toch gebeurt dit wel, bij bijna alle arbeidsmigranten die gehuisvest worden door een uitzendbureau. Ook uitzendbureaus van naam en faam maken zich hier op grote schaal schuldig aan.

Short stay belemmert inschrijving in de BRP; arbeidsmigranten blijven zo rechteloos

Wie zich in de BRP inschrijft, kan aanspraak maken op de rechten die we in Nederland kennen. Zo wordt het met een BRP inschrijving mogelijk om zelf een zorgverzekering af te sluiten. Ook kan men dan aanspraak maken op toeslagen. Inschrijving in de BRP is wettelijk verplicht als men langer dan 4 maanden in Nederland verblijft. Toch schrijven veruit de meeste arbeidsmigranten zich niet in, onder andere omdat uitzendbureaus en verhuurders dit verbieden of ontmoedigen.

Maar ook gemeenten maken het inschrijven moeilijk. De wachttijd voor inschrijven in de BRP is vaak lang en inschrijven op een locatie bedoeld voor short stay is soms zelfs niet mogelijk.

De rechtszaak

Op het moment van schrijven ligt er een uitspraak van de kantonrechter in een zaak die over de koppeling tussen wonen en werken ging. De arbeidsmigrant die het betreft mag voorlopig in de woning blijven wonen nadat het arbeidscontract is beëindigd. In de nabije toekomst zal een bodemrechter zich opnieuw over deze zaak buigen. Als ook die rechtszaak in het voordeel van de arbeidsmigrant uitpakt, zullen uitzendbureaus in Nederland naar schatting vierhonderdduizend arbeidsmigranten moeten voorzien van een huurcontract met huurbescherming. Dit zal enorme gevolgen hebben voor de manier waarop er met mensen wordt omgegaan. Het zal zorgen voor betere sollicitatieprocedures, veiliger werk en de instroom van minder mensen.

Ook gemeenten spelen een lastige rol in het short stay dossier

De problematiek is in feite nog ingewikkelder dan eerder in dit artikel is beschreven. Gemeenten verlenen momenteel veel vergunningen voor grootschalige short stay huisvesting. Meestal hebben de percelen waarop deze locaties worden ontwikkeld geen woonbestemming. Mensen mogen er dan enkel verblijven op basis van logies (verblijf naar de aard van korte duur). Aan een dergelijk verblijf wordt door een gemeente altijd een maximum van een aantal maanden verbonden. Aan het einde van die periode moet de arbeidsmigrant verplicht vertrekken.

De vraag die momenteel op tafel ligt, is hoe er met deze locaties moet worden omgegaan als de bodemrechter het vonnis in kort geding in stand laat. Dat zou betekenen dat het huisvesten van arbeidsmigranten niet meer kan op de nu gebruikelijke wijze, en uitzendbureaus verplichten om arbeidsmigranten huurcontracten voor bepaalde tijd (op basis van een doelgroepencontract) of onbepaalde tijd te geven. Door de beperkte tijd waarop iemand op een short stay locatie mag verblijven van een gemeente, kunnen deze locaties hier dan mogelijk niet meer voor worden gebruikt.

×