Volkskrant, 5 november – Nederland is voor de consument een ontzettend gaaf land. Vooral omdat er ontzettend veel te consumeren valt. Niet alleen de winkelstraten, maar bijna alle straten liggen vol met lekkere waar die we in onze monden kunnen proppen. En dan is er nog een hele hoop andere rommel die we kunnen kopen.
Veel van deze rommel wordt of onder slechte arbeidsomstandigheden in het verre buitenland gemaakt, of onder slechte arbeidsomstandigheden door buitenlanders in Nederland. Arbeidsmigranten dus. Als zij niet zelf aan de lopende band spullen maken, of in grote kassen plantjes in potjes zetten, dan zorgen ze wel dat de rommeltjes die elders gemaakt zijn tot ons komen via distributiecentra.
Nu wil Pieter Omtzigt aan dit consumptiefeest een einde maken. Hij wil de hoeveelheid arbeidsmigranten die in Nederland worden toegelaten beperken tot vijftigduizend. Hoe hij dit wil doen is onduidelijk. Veel van die arbeidsmigranten komen uit de EU en mogen hier dus gewoon aan het werk.Begin niet bij het tegenhouden van de arbeidsmigranten, maar bij de werkgevers. Zorg dat zij niet via schimmige uitzendbureaus mensen inhuren (die hen met rare constructies uitbuiten), maar ze zelf inhuren.
Naar het originele bericht