Home » Nieuwe armoedecijfers: overheid moet niet met geld smijten, maar foute werkgevers aanpakken
Opinie

Nieuwe armoedecijfers: overheid moet niet met geld smijten, maar foute werkgevers aanpakken

EW Magazine, 17 oktober 2024 – Opinie door Joris HeijnNederland heeft een nieuwe definitie van armoede. Daaruit blijkt niet alleen dat de armoede lager is, maar ook waar de oplossing ligt om deze nog verder te reduceren. De overheid moet niet meer geld uittrekken voor armoedebestrijding, maar werkgevers aanpakken die hun personeel te weinig betalen, schrijft Joris Heijn.

De opvallendste trend is toch wel de opmars van de werkende arme: 241.000 mensen die werken, zijn arm, 45 procent van het totale aantal armen dus. Van hen hebben 132.000 mensen een inkomen dat zelfs 20 procent of meer onder de armoedegrens ligt.

Werkgevers moeten aan de bak

Miljoenen werkenden kunnen sowieso al niet rondkomen van enkel hun loon en hebben de zorg- en huurtoeslagen van de overheid nodig om rond te komen. Feitelijk subsidieert de overheid de bedrijven met veel laagbetaalde banen dus al, denk aan de schoonmaak- en de thuiszorgbranche. Dat legt een extra verantwoordelijkheid bij die bedrijven om er dan ook voor te zorgen dat hun werknemers daadwerkelijk een fatsoenlijk loon kunnen verdienen en dat ze hen niet beperken met bijvoorbeeld korte roosters.

Maar dat is nog maar de milde versie van het probleem. Minister van Sociale Zaken Eddy van Hijum (NSC) kondigde vorige maand al maatregelen aan tegen misstanden met arbeidsmigranten die werken via uitzendbureaus. Deze nieuwe armoedecijfers lijken hem te steunen.

Werkgevers misbruiken arbeidsmigranten

Bijna de helft (257.000) van de armen in Nederland is geboren in het buitenland en is hier om te werken. Maar te vaak maken werkgevers misbruik van hen. De armoede onder werkenden die zijn geboren in het buitenland, is ruim zes keer hoger dan onder mensen die in Nederland zijn geboren, blijkt uit de achterliggende armoedetabellen van het CBS.

Lees hier verder (origineel bericht)
×