Nu.nl, 12 oktober 2024 – Een rem op de komst van arbeidsmigranten staat op het wensenlijstje van het kabinet, maar die wens wordt niet door iedereen gedeeld. Deze werknemers zijn in veel sectoren hard nodig. Is het mogelijk dat het kabinet en de sectoren elkaar tegemoetkomen?
Er werken momenteel ongeveer 850.000 arbeidsmigranten in ons land en de verwachting is dat het aantal toeneemt tot 1,2 miljoen in 2030. Het beperken van de toestroom is bijna onmogelijk, aangezien er nog altijd vrij verkeer van personen in de Europese Unie is.
De arbeidsmigranten zijn vooral actief in de land- en tuinbouw, distributiecentra, bouw, logistiek, voedingsmiddelenindustrie en metaalsector. Ongeveer twee derde is afkomstig uit Oost-Europese landen zoals Polen, Roemenië en Bulgarije. De meesten zijn in dienst en een deel werkt via een uitzendbureau.
Het kabinet wil een rem op de komst van arbeidsmigranten en staat voor een lastige keuze. Het is nog niet bekend wat de exacte doelstellingen zijn en met welk percentage het aantal arbeiders moet dalen.
Het kabinet zegt de zorgen in de samenleving te herkennen en wil daarom misstanden bestrijden en een gerichter arbeidsmigratiebeleid voeren. Daarbij wil de overheid zich vooral richten op hoogwaardige kennismigratie, die nodig is voor de Nederlandse concurrentiekracht. Ook moeten mensen gestimuleerd worden om meer uren te werken en moet gekeken worden naar welk soort bedrijvigheid nodig is.
Volgens arbeidseconoom Arjan Heyma van SEO Economisch Onderzoek kunnen de meeste sectoren de arbeidsmigranten goed gebruiken. “Als een bedrijf de huidige productie wil handhaven, heb je arbeidsmigranten nodig. Een alternatief is er nu niet vanwege de krapte”, zegt hij tegen NU.nl.
Veel sectoren hebben te maken met een flink tekort aan personeel en geven aan dat ze niet zonder arbeidsmigranten kunnen. Momenteel staan er 400.000 vacatures open en de verwachting is dat dit de komende jaren zo blijft.
‘Mes snijdt aan twee kanten’
Maar het mes snijdt aan twee kanten, zegt Heyma. “We kunnen ons ook afvragen of we wel zo veel arbeidsmigranten willen inzetten voor de export. Zo produceert de land- en tuinbouw grotendeels voor het buitenland. Datzelfde geldt bijvoorbeeld voor de logistiek, waarbij veel via Nederland wordt vervoerd. En eigenlijk geldt dit voor alle sectoren die afhankelijk zijn van de export.”
Heyma benadrukt dat het niet realistisch is om een rem te zetten op de komst van werknemers uit Oost-Europa. “In de Europese Unie geldt nu eenmaal vrij verkeer van personen. Daar komt bij dat we nog steeds veel mensen nodig hebben van buiten Europa. Het gaat dan vooral om hoogopgeleid personeel. Veel techbedrijven maken daar gebruik van.”
Meer arbeidsmigranten van buiten Europa
De laatste jaren neemt ook het aandeel arbeidsmigranten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) langzaam toe. Het gaat vooral om een toename van arbeidsmigranten uit India en Syrië, maar ook het aandeel Russen en Oekraïners neemt al een aantal jaren relatief sterk toe.
In 2022 werkten bijna 90.000 gedetacheerde arbeidsmigranten in ons land, van wie 22.500 van buiten Europa kwamen, zo meldt de Adviesraad Migratie. Veel van hen werken in de logistiek of zijn actief als vrachtwagenchauffeur.
Directeur Frank van Gool van OTTO Work Force, een uitzendbureau voor Oost-Europese arbeiders, vindt dat de komst van arbeidsmigranten veel beter gereguleerd moet worden. “Het moet functioneel zijn. We moeten alleen mensen halen die we echt nodig hebben. En dat voor een periode van maximaal vijf jaar.”
Van Gool ziet vooral dat er vraag is in de zorg, het onderwijs en de techniek, maar ook voor de energietransitie. “Maar ook naar automonteurs. Eigenlijk zien wij vraag in alle sectoren en dat is niets nieuws. Een Nederland zonder arbeidsmigranten bestaat niet.”
Harde aanpak malafide uitzendbureaus
Verder pleit Van Gool voor een veel hardere aanpak van malafide uitzendbureaus die misbruik maken van de situatie. “Er wordt nauwelijks gehandhaafd, waardoor dit soort partijen hun gang kunnen gaan. Zij halen mensen hierheen om ze uit te buiten. Daar moeten we echt vanaf.”
VNO-NCW en MKB-Nederland sluiten zich daarbij aan. “Het is cruciaal is dat we misstanden met arbeidsmigratie keihard aanpakken. Wij willen geen laagbetaalde arbeidsmigratie als verdienmodel voor malafide bureaus”, zegt een woordvoerder.
De werkgeversclubs laten verder weten dat het een goede zaak is als er gericht wordt gekeken naar de mensen die we van buiten nodig hebben voor ons verdienvermogen.
“We zien ook dat werkgevers, bijvoorbeeld in distributiecentra of de glastuinbouw, er steeds beter in slagen om met arbeidsbesparende technologie de vraag naar arbeidsmigranten terug te brengen. En daar liggen ook voor andere sectoren nog veel mogelijkheden.”
‘We zijn geen planeconomie’
VNO-NCW en MKB-Nederland benadrukken dat bijna alle sectoren gebruikmaken van arbeidsmigranten. “Er zijn voor de hand liggende sectoren met seizoenswerk in de land- en tuinbouw. Maar ook onze ICT-sector, industrie, de bouw, logistiek en horeca zijn sectoren waar veel arbeidsmigranten werken.”
De werkgevers zijn geen voorstander om te sturen op type arbeid dat we wel of niet willen hebben in dit land. “We zijn geen planeconomie. Bovendien, wie bepaalt dit dan? En wat betekent dit bijvoorbeeld ook voor Nederlanders die dit werk doen. Mag dat ook niet meer?”
Lees hier het originele bericht