Home » Karien van Gennip “We moeten geen lagelonenland willen zijn”
Informatief

Karien van Gennip “We moeten geen lagelonenland willen zijn”

ABU, 26 juni 2024 – Nog slechts een paar dagen is ze minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Karien van Gennip. Hoe kijkt ze terug op haar ministerschap? Hoe zal het verder gaan met de hervorming van de arbeidsmarkt? “Arbeid is een schaars goed, dat we vooral moeten inzetten in sectoren die dat het hardst nodig hebben. We moeten keuzes durven maken,” stelt Van Gennip.

U heeft diverse maatregelen genomen om de arbeidsmarkt te hervormen. Net goed op stoom, viel het kabinet. Wat is uw hoop en verwachting voor de arbeidsmarkt?

“De arbeidsmarkt is uit balans, zo concludeerde ook de commissie-Borstlap. Veertig procent van de Nederlanders heeft geen vaste baan. Daar horen goed verdienende zzp’ers bij, maar ook heel veel mensen met onzekere flexibele contracten. Zij weten niet of ze deze maand de huur kunnen betalen, hebben geen bestaanszekerheid. Wij hebben gezegd: daar willen we wat aan doen. Na jaren vol discussies hebben we vorig jaar een groot akkoord gesloten met alle partners op de arbeidsmarkt. Dat brede draagvlak, de uitvoerbaarheid en het evenwicht: dat maakt dit pakket zo krachtig. Er is rekening gehouden met alle soorten werkgevers en werkenden, er is een balans tussen flexibiliteit en wendbaarheid. Al die afspraken worden geregeld in zeven grote wetten, die in verschillende fases van uitvoering zijn. Demissionair of niet: we hebben de afgelopen periode ervoor gezorgd dat al die onderdelen steeds een stap verder werden gebracht.”

Bent u niet bang dat het Kabinet-Schoof en/of de Tweede Kamer maatregelen terugdraait?

“Nee, want dit akkoord wordt zeer breed gedragen, in de politiek en in de polder. Ook in het Hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet staat dat ze meer zekerheid willen voor werkenden. Natuurlijk zal het nieuwe kabinet andere accenten leggen, maar ik verwacht dat mijn hervormingspakket in grote lijnen doorgang zal vinden.”

 Een van uw hervormingen is de Wtta, het toelatingsstelsel voor de uitzendbranche, dat malafide partijen het werken onmogelijk moet maken. Uitzenders juichen dit toe, maar hebben zorgen over de uitvoerbaarheid en de handhaving.

“Er is heel veel overleg geweest met de ABU, de NBBU en de Arbeidsinspectie. Wij willen bonafide uitzenders graag aan onze kant hebben. Het is belangrijk dat zij zeggen: ‘Ja, op deze manier kan het werken, dit is uitvoerbaar.’ Met deze wet willen we malafide partijen echt de toegang tot de markt ontzeggen, maar het moet wel werkbaar zijn voor bonafide partijen.”

De invoering van deze wet is met een jaar uitgesteld. De vraag blijft of deze wet geen tandeloze tijger is als er onvoldoende wordt gehandhaafd.

“Handhaving is het sluitstuk. Het begint er natuurlijk mee dat je je als werkgever netjes gedraagt. Ik zeg altijd: ‘Je kunt je ook aan de wet houden op een dag dat de arbeidsinspectie niet langskomt.’ Dat zou de instelling moeten zijn. Helaas zien we in de praktijk dat dit bij de malafide uitzenders – en daar zijn er veel van – niet gebeurt. Hoe zij arbeidsmigranten behandelen, hoe ze deze mensen laten werken en wonen: dat is echt Nederland onwaardig.”

Sluitstuk of niet: zonder handhaving is deze wet weinig effectief.

“Private inspectie-instellingen beoordelen of een uitzender zich aan de wet houdt. Ook moeten uitzenders een waarborgsom van honderdduizend euro overmaken en een Verklaring Omtrent Gedrag indienen. Pas dan worden ze toegelaten tot het stelsel. Dat is de voorkant. Vervolgens controleert de Arbeidsinspectie of uitzenders zich aan de wet blijven houden. Speciaal hiervoor breiden we de Arbeidsinspectie nu uit met 85 inspecteurs. In de aanloop naar de invoering van het stelsel zullen er dus steeds meer inspecteurs bijkomen die gaan handhaven en dit stelsel in goede banen gaan leiden.”

Dus u verwacht dat deze wet echt malafide uitzenders van de markt zal halen?

“Ja. Ik denk dat we het nu zo hebben uitgedacht dat malafide spelers geweerd worden en dat goede spelers de ruimte krijgen. En dan wordt het voor die goede spelers, uitzenders en inleners, ook aantrekkelijker om zich aan de wet te gaan houden. Ik herinner me een bedrijfsbezoek, waarbij de ondernemer zei: ‘Ik wil het allemaal netjes doen.’ Hij heeft me rondgeleid, alles was prima geregeld. Goede slaapplekken, zorg, vervoer, aandacht. ‘Maar’, zei hij, ‘mijn buurman doet dat allemaal niet.’ Dat scheelde hem een ton omzet, zo zei hij. Nou, voor dit soort ondernemers wil je het ook doen. Voor iedereen die van goede wil is. De lusten en lasten van arbeidsmigratie zijn nu ongelijk verdeeld. De lusten zijn voor de (malafide) ondernemer, de lasten voor de samenleving en de risico’s voor de arbeidsmigrant. Door deze wet kan een gelijker speelveld ontstaan, een speelveld waarbij je buurman niet al het gras onder je voeten kan wegmaaien.”

Krapte is een van de grootste problemen op de arbeidsmarkt. Wat zijn wat u betreft oplossingen?

“Om te beginnen moeten we vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen. In sommige sectoren verdwijnt werk, anderen zijn in opkomst. We moeten dus nog meer inzetten op een leven lang ontwikkelen. En er op voorbereid zijn dat we niet een, maar misschien wel twee of drie verschillende carrières zullen hebben. Als vijfenvijftigjarige kun je niet langer denken: ik ga nog even door met wat ik doe. Maar moet je je, net zoals ik nu doe, afvragen: wat wordt mijn derde carrière?”

En verder?

“Verder moeten we zorgen dat mensen die aan de kant staan, aan werk komen. Die groep is nog steeds veel te groot. Mensen die ooit onderuit zijn gegaan of nooit een kans hebben gekregen. Uitzenders spelen daar een zeer belangrijke rol in. Zij geven die mensen wel een kans. Dat vind ik heel mooi. Uitzenders zijn er niet alleen voor piek en ziek. Zij zijn er ook voor die instroom! Kijk naar al die Oekraïense ontheemden die ze aan werk hebben geholpen.”

Toch worden uitzenders nog vaak gezien als uiterst commerciële partijen die snel willen ’scoren’.

“Je hebt boeven, cowboys en goede spelers. De boeven moeten de markt uit, de cowboys moeten zich meer naar het midden van de wet gaan begeven. En dan heb je een heel grote groep goede spelers. Uitzenders die zich wél druk maken om het welzijn van hun werknemers. Die zorgen dat mensen die nu nog aan de kant staan, kunnen instromen. Zij spelen een belangrijke, goede rol op de arbeidsmarkt.”

Terug naar de krapte. Is arbeidsmigratie ook een goede oplossing?

“Daar kom ik zo op. Want naast het vergroten van het aanbod, is het verkleinen van de vraag ook belangrijk. Denk aan investeren in artificial intelligents en robotisering. Het is wel apart als iemand tegen mij zegt: ‘Het is goedkoper om drie Roemenen naar Nederland te halen dan te investeren in robotisering.’ Dus daar klopt iets niet in onze waarde van werk. We moeten veel meer investeren in automatisering, het beter organiseren van processen en de invulling van goed werkgeverschap, zodat je de vraag naar werk verkleint.”

Hoe kan goed werkgeverschap helpen bij krapte?

“Als je processen beter organiseert, kun je medewerkers meer zeggenschap en flexibiliteit bieden. Uit onderzoek blijkt dat als thuiszorgmedewerkers zelf hun routes en tijden kunnen indelen, ze bereid zijn om zomaar vijf, zes uur per week meer te werken. Dan heb je een heleboel problemen al opgelost. Datzelfde geldt in de kinderopvang. Op vrijdag staat alles daar leeg. Als we met zijn allen onze kinderen op vrijdag naar de opvang brengen, kunnen die medewerkers meer uren draaien en houd je hen vast.”

Creatieve oplossingen dus.

“Ja, maar nog belangrijker is dat we keuzes gaan maken. Wat voor soort economie willen we zijn? Wat voor banen horen daarbij? Nederland heeft nu heel veel grote distributiecentra. Ik zeg niet dat we die niet nodig hebben. Maar als ik om tien uur ‘s avonds een pakketje bestel met ‘gratis’ bezorging, dan is er dus wel iemand aan het zweten voor dat pakketje. Daar hangt een prijskaartje aan, dat de koper niet betaalt. Stel, we hebben nu 37 distributiecentra. Moeten wij dan dat 38e ook nog willen hebben? Zo’n centrum wordt voor een groot deel bemand door laagbetaalde arbeidsmigranten, die ook ergens moeten wonen. Dat geeft weer extra druk op wijken, op scholen.”

Uw voorkeur gaat uit naar een meer hoogwaardige kenniseconomie en arbeidsmigranten die ingezet kunnen worden in kraptesectoren.

“Ja. De groei van onze economie zit nu voor een significant deel in sectoren waar veel laagbetaalde arbeiders werken. Maar we moeten geen lagelonenland willen zijn. Wat je wilt, is dat de economie groeit door banen met toegevoegde waarde in sectoren die essentieel zijn voor Nederland. We moeten keuzes maken. In ons land is er schaarste aan arbeidskrachten en aan woonruimte. Als je als sector een beroep doet op schaarste, moet je je wel afvragen: wat is de toegevoegde waarde voor Nederland? Helpt dit de welvaart? Als ik een persoon kan inzetten, hoe kan ik dat dan het beste doen, rekening houdend met die schaarste? We kunnen niet zonder arbeidsmigranten, zonder hen stokt de economie. Maar laten we wel goed kijken waar we deze mensen inzetten. En voldoen aan onze plicht om hen netjes te behandelen.” 

Er worden steeds vaker sluiproutes gebruikt. Denk aan de A1-verloning, die het via ondoorzichtige constructies mogelijk maakt werknemers van de EU of daarbuiten aan werk te helpen.

“Het vrije verkeer van personen binnen de EU is een groot goed. Maar dat vrije verkeer is niet bedoeld voor iemand uit de Filippijnen die een tussenlanding maakt in Polen en dan direct doorreist naar Nederland om hier langdurig te werken. Wij hebben geen zicht op deze groep en dus geen grip. Dat is onwenselijk en vooral heftig voor die mensen. Die weten op een gegeven moment nauwelijks in welk land ze zijn, wat hun rechten daar zijn en hoe ze uit een eventuele situatie van misbruik kunnen komen. Dat gaat natuurlijk heel vaak niet goed en daar moeten we iets aan doen. Wat betekent vrije verkeer van personen nu precies? Wat hebben we wel en wat hebben we niet bedoeld? Die juridische discussie moeten we in Europa met elkaar gaan voeren.”

Lees hier verder (origineel bericht)
Tags
×